Eric Van Rompuy is 70 jaar, hij heeft er veertig jaar politiek labeur op zitten en hij gaat met pensioen. Maar een sereen afscheidsinterview is niet besteed aan de eeuwige rebel. Gescholden moet er worden. En hard uitgehaald. Naar de N-VA met name, en Bart De Wever in het bijzonder. “Die pretentie!” De laatste blog op zijn website eindigt Van Rompuy met de vraag: ‘Wie heeft de moed om een frontale aanval op deze man in te zetten?’ Hij geeft zelf het voorbeeld.
We spreken Van Rompuy in een van die luisterrijke vergaderzalen van het federale parlement. Voor de fotograaf poseert hij nog een laatste keer in het halfrond. Hij wijst zijn stoel aan, vlak achter die van fractieleider Servais Verherstraeten en voorzitter Wouter Beke. Vanop deze plek deed hij vorige week zijn allerlaatste interventie, waarna hij een ovatie kreeg van zijn collega-parlementsleden. “ Een monument stopt, we gaan hem missen, zeiden Linda De Win en Liesbeth Van Impe”, geniet hij nog na.
Wanneer trekt u definitief de deur achter u dicht?
Eric Van Rompuy: Donderdag is er een laatste zitting en huldiging van de oudgedienden, zoals ik met mijn 35 jaar, en Patrick De Wael, Dirk Van Mechelen en Laurette Onkelinx, elk al dertig jaar parlementslid. Het is goed dat ik weg kan gaan in schoonheid. Ik begon als eerste opvolger van Leo Tindemans op de Europese lijst in 1979, in 1981 werd ik Europarlementslid, sinds 1985 zit ik in de Kamer of het Vlaams Parlement.
Wat gaat u het meest missen?
Ik was destijds nationaal voorzitter van de CVP-jongeren. Dan was je de kroonprins. Tindemans en Wilfried Martens waren dat ook geweest. Ik heb dat politiek sterk ingevuld, met mijn verzet tegen het Egmontpact, een eerste poging tot staatshervorming in 1979 die ik veel te nadelig vond voor de Vlamingen, en daarna mijn zeer zware kritiek op het socio-economische beleid van Martens I, toen de begrotingstekorten ontploften tot 15% van het bbp. Nu is dat 1 tot 2%…
Onwaarschijnlijk, maar de vraag was wat u gaat missen?
Ik wou maar zeggen dat ik vanaf het begin heel actief was. En nu is het afgelopen. Ik ga politiek geen enkele rol meer spelen, maar ja, je blijft je toch verbonden voelen. Dit is veertig jaar lang dag in dag uit mijn leven geweest. Het gaat pijn doen, er zal een enorme leegte zijn, wat niet wil zeggen dat er een zwart gat komt. Ik ga andere dingen doen, die ik nooit gedaan kreeg. Ik wil informaticacursussen volgen en mijn memoires schrijven. De titel heb ik al: ‘I did it my way’.
Dat is niet bijster origineel.
Nee, maar het wordt wel een persoonlijk verhaal. ‘Regrets, I’ve had a few, but then again, too few to mention, I did what I had to do…’ Mijn broer ( Herman, voormalig premier en voorzitter van de Europese Raad, red. ) heeft anti-memoires geschreven, een aantal beschouwingen. Bij mij zal het anders zijn, maar we hebben ook een andere carrière gehad, ik was meestal het strijdbare, kritische parlementslid. Elf verkiezingen heb ik gehad, het was vechten om politiek te overleven.
Hoe is het nog met Herman, na twee jaar pensioen?
Hij wordt in heel de wereld gevraagd als spreker, China, Japan, Londen… Hij is geen Obama, maar toch. Wat ze hem betalen? Geen idee. Als hij in Vlaanderen ergens gaat spreken, wat hij vaak doet, vraagt hij niks, alleen dat ze hem thuis oppikken en terugbrengen. Soms geven ze hem een fles wijn na afloop.
Hebben jullie nooit ruzie gehad?
Nooit, we hebben zovele jaren een kamer gedeeld als kind, we hebben onze carrière zij aan zij gehad, maar we hebben van onze vader geleerd om te zwijgen als we het oneens zijn. Dan gaan we daar niet op in. Hij heeft trouwens meestal gelijk. Ik heb ook nog een zus die nog steeds bij de PVDA actief is, maar dat is toch een hele goeie zus ( lacht ), en nog een zus in Beringen, ‘de onbekende zus’.
Toen u begon was de CVP met voorsprong de grootste partij.
In 1979 haalde Tindemans een miljoen stemmen bij de Europese verkiezingen, 48% in Vlaanderen. In 1981 kregen we een enorme klop en zakten we naar 31%. Dat heeft men mij erg kwalijk genomen. Ik was de rebellerende jongerenvoorzitter die het Wilfried Martens zo moeilijk had gemaakt over de staatshervorming en de financiën. Nog een knik kwam er op zwarte zondag, in 1991. We gingen onder de 30%. Na de dioxinecrisis in 1999 vielen we terug tot 21 of 22%. Met het kartel met N-VA hebben we nadien nog 30% gehaald, in 2014 hadden we 18%.
De N-VA heeft jullie plek ingepikt.
Maar ze gaan dat niet kunnen houden. Ze gaan onder de 30% vallen. De vraag is hoeveel. Kijk naar de evolutie in andere landen: overal zie je de versnippering. De partij van Thierry Baudet werd in Nederland de grootste met 15% van de stemmen. In Frankrijk zijn de traditionele partijen weggevaagd.
Maar kijk eens naar de jaren tachtig. Toen hadden we de communautaire oorlogen, reusachtige begrotingstekorten en tien regeringen in tien jaar tijd. Is het nu niet beter?
Ja, maar we zijn er toen wel uitgeraakt en we hebben staatshervormingen gerealiseerd, eerst in 1988 en nog eens in 1993. Omdat er de wil was om tot een oplossing te komen. De N-VA zoekt die niet. De N-VA wil België splitsen. Ze willen de staat voor een stuk vernietigen, de sociale zekerheid totaal splitsen, alle belastingen bij de deelstaten onderbrengen en de openbare schuld splitsen. Het nationale niveau zou een lege schelp worden. Ik heb zelf altijd gevochten voor meer Vlaamse autonomie, maar dan binnen een Belgische context, in overleg. De N-VA wil de sterkste worden en aan de rest dicteren hoe het verder moet.
De socio-culturele en economische verschillen zijn groot.
De zogenaamd twee verschillende democratieën? Mijn broer is president geweest van Europa, met 28 lidstaten en verschillende culturen. Dan kun je alleen maar vooruitgaan als je zoekt naar consensus, zegt hij, stap voor stap. Het is ook niet zo dat in Wallonië een soort van links, alles overheersend volksfront voor de deur staat. Er zijn ook de liberalen en christendemocraten. En in Vlaanderen kunnen Groen en de sp.a vooruitgaan. Het is geen wet van Meden en Perzen dat Vlaanderen rechts is en Wallonië links.
Maar het verschil is onmiskenbaar.
Je moet zien dat je je kunt terugvinden in het regeringsprogramma. Het is niet omdat Di Rupo een kortere werktijd wil, opnieuw een lagere pensioenleeftijd en hogere sociale uitkeringen, dat de Vlaamse partijen dit zomaar zouden slikken bij regeringsonderhandelingen. Di Rupo heeft ook niet de staatshervorming gekregen die hij wilde. Voor Vlaanderen wordt die voordeliger vanaf 2024, zegt hij nu zelf. Je hebt altijd winnaars en verliezers bij onderhandelingen, maar zoals Dehaene zei: je moet nooit iemand totaal gezichtsverlies doen lijden.
Volgens velen heeft de regering Michel deerlijk gefaald in de begroting. U vindt dat ze de belastingen niet zo hadden mogen verlagen zonder genoeg compensatie.
Ja, de tax shift was een tax cut. De N-VA nam het mij enorm kwalijk toen ik zei dat minister van financiën Johan Van Overtveldt de kas aan het leegmaken was. Vandaag stellen we vast dat de regering geëindigd is met een tekort van 8,5 miljard. De Wever zei toen dat ik gefrustreerd was omdat de CD&V niet meer de grootste is en dat ik maar Rennies moest nemen tegen maagzuur. Maar niets is zo makkelijk als belastingen verlagen. Alleen moet je dat compenseren binnen de fiscaliteit. Bijvoorbeeld met een belasting op meerwaarden bij aandelenverkopen, zoals wij voorstelden, de ‘Coucketaks’. Je weet dat Coucke anderhalf miljard kreeg voor Omega Pharma en daar geen euro belasting op moest betalen. Maatregelen die de N-VA wél wilde nemen zijn geflopt.
De CD&V remde de hervormingen af, zegt de N-VA.
Maar zij hadden zelf gezegd dat ze gingen besparen, 750 miljoen euro, door het overheidsapparaat efficiënter te maken. Minister Vandeput ging dat doen. Dat hele plan is in stilte afgevoerd. Terwijl Kris Peeters wel anderhalf miljard heeft bespaard in de werkloosheid, dankzij de stijgende tewerkstelling, zeker, maar ook door andere maatregelen. Ach, in heel mijn carrière heb ik nooit geweten dat één partij zich zo profileert ten koste van de anderen.
U speelt het wel persoonlijk. De helft van uw laatste blog is een aanval op Bart De Wever, zijn ‘perverse strategie’ en zijn ‘degoutante uitspraken.’
Omdat er nooit op geantwoord wordt als de N-VA op de man speelt. We moeten dat niet laten gebeuren. Wouter Beke, Kris Peeters, Hilde Crevits, systematisch worden ze persoonlijk aangevallen, is het niet door Bart De Wever, dan door anderen. Daar moeten wij een antwoord op formuleren en dat gebeurt te weinig. Dat heb ik ook gezegd aan Wouter Beke en Kris Peeters. Zij zijn minder geneigd tot polariseren, ze zijn van nature voorzichtiger, maar daardoor hou je dat in stand. Ik kan mij wel meer permitteren. Ik ben geen voorzitter of minister. Maar je moet lik op stuk geven. Het zijn zij die polariseren. Ze geven de indruk naar oplossingen te zoeken, maar op economisch vlak willen ze het sociaal overleg afschaffen, op vlak van migratie wil Theo Francken vooral scoren, het Belgische systeem moet onderuit en wat zij klimaatrealisme noemen komt dichtbij klimaatnegationisme.
Maar als u vindt dat er teveel polarisatie is en Trumpiaanse politiek, past het dan dat u zelf zegt dat de arrogantie van Bart De Wever geen grenzen kent?
Hij beschuldigt Wouter Beke van razernij, een soort van waanzin dus, iets voor de psychiatrie. En Kris Peeters moest maar naar huis gaan en in bad zijn aderen opensnijden, zelfmoord plegen dus. Als de burgemeester van Antwerpen en de voorzitter van de grootste partij zoiets zegt over zijn collega’s, dan getuigt dat toch niet van respect? Of Hilde Crevits. Ik ken geen positievere dame, maar het Vlaamse onderwijs is voor De Wever ‘pretpedagogie’ en hij zegt dat er maar een andere minister van Onderwijs moet komen. En daar mag je dan niet op antwoorden? Zij pakken iedereen maar aan, maar niemand mag iets zeggen tegen de N-VA? Peter De Roover verweet premier Michel dat die een staatsgreep pleegde door zijn verzet tegen de grondwetsherzieningen, Jambon heeft Michel een handpop genoemd van de N-VA, maar nu willen ze de Zweedse coalitie wel weer voortzetten, nadat ze eerst de MR hebben afgemaakt.
En Bart De Wever die zit te kaarten in de bar van het parlement tijdens de debatten. Een leuk detail, maar moeten we dat weten?
Hij zei eens dat Wouter Beke in het parlement maar een paar stoelen van hem zit en dat Beke maar gewoon naar hem moet stappen als hij iets wil zeggen. Maar ik heb in de voorbije vijf jaar Bart De Wever nooit ook maar met iemand van een andere partij zien spreken of iemand zien groeten. Hij komt om mee te stemmen op donderdag en is weer weg. Tijdens de discussie over de grondwetsherziening met Dewael, Verherstraeten en De Roover bleef hij in de bar zitten. Dat is pure minachting. Het niet omdat je voorzitter en burgemeester bent, dat je anderen mag beschouwen als minables. En iemand moet toch ook de strategie van Jambon doorprikken? België moet onbestuurbaar worden, maar hij is wel kandidaat-premier. Niemand gelooft dat. Jambon gaat Vlaams minister-president worden, niet De Wever, en vanuit de Vlaamse regering gaan ze België verder bestoken en onbestuurbaar proberen maken, om dan te komen tot de ultieme onderhandeling, die over de splitsing van het land. Dat is toch duidelijk? Het stoort me zeer dat je dat niet mag zeggen.
Bij deze dan toch. Iets heel anders: we vieren Pasen. Gelooft u als goed christendemocraat in een hiernamaals, een eeuwig leven?
De christendemocratie moet je niet op persoonlijk vlak zien. Ze is gebaseerd op christelijke waarden, op verantwoordelijkheid en personalisme. Dat gaat niet over het individu, of het collectieve, maar over de persoon in relatie met de gemeenschap.
Maar denkt u puur persoonlijk dat er een hemel is?
Oh, we moeten niet aan simplismen doen. Ik ben altijd gelovig geweest, ik ben katholiek opgevoed, maar een leven na de dood? We vieren nu het paasfeest. De verrijzenis van Christus is het belangrijkste, belangrijker dan de geboorte. Ik geloof dat er een leven is na de dood, dat het aardse bestaan niet eindig is, maar hoe of wat, dat weet ik niet. Daarom is het geloof een mysterie, geen rationeel gegeven.
Twijfelt u nooit?
Iedereen twijfelt wel eens. Maar ik ben nu 70. Ik ga geen dingen in vraag stellen waar ik altijd in geloofd heb. Je geluk wordt bepaald in je leven. Ik ben gelukkig getrouwd, ik heb een dochter, ik heb een schitterende jeugd gehad, een schitterend beroep… Het leven heeft mij veel gegeven. Nu ben ik 70, een groot deel van de weg is afgelegd. En wat er komt als mijn leven voorbij is, dat weet ik niet.
Bent u meer katholiek dan gelovig?
Mijn christelijk engagement in de politiek is een engagement op basis van maatschappelijke waarden. En het geloof krijgt een structuur in de Kerk. Maar het waarheidsgehalte over de vraag of er leven is na de dood, daar kan ik geen antwoord op geven. Ik had een leraar die overtuigd was dat hij mensen ging terugzien in de hemel, dat hij Kennedy zou ontmoeten, of Plato. Zo is dat bij mij niet. Maar goed, ik hoop dat ik, voor het zover is, nog een aantal jaren van alles zal kunnen doen, van reizen tot mijn memoires schrijven en nog veel meer.
(Dirk Hendrickx, Gazet van Antwerpen, 20.04.2019)