Met de Antwerpse verkiezingsperikelen is men uit het oog verloren dat de Regering Michel in deze legislatuur het begrotingsevenwicht heeft losgelaten. Dat is blijkbaar een fait divers vergeleken met de zaak Aron Berger waar de heilige principes van onze beschaving en de verlichting op het spel stonden. De Antwerpse vaudeville duurt nu al maanden en 14 oktober is nog ver af. Land Invest en de immobiliënrelaties van Bart en N-VA, Tom Meeus en de Lijn, de relatie tussen Homans en Meeus, Kris Peeters en de orthodoxe Jood Aron Berger en… de echte campagne moet nog beginnen. In deze sfeer zal de Regering geen ernstig werk meer verrichten. De begrotingscontrole was een makkie, het energiepact verschaft geen duidelijkheid over de sluiting van de kerncentrales, over de zware beroepen en de pensioenen is de hete aardappel doorgeschoven naar de sociale partners, over Arco en de privatisering van Belfius zal er wellicht ook geen duidelijkheid komen voor het verlof.
Waar in 2012 N-VA er in gelukt is om de nationale thema’s te doen doorwegen bij de gemeenteraadsverkiezingen dreigt in 2018 dat de Antwerpse kiesstrijd zich als een bosbrand verspreidt over Vlaanderen. In de opiniepeiling in HLN zou CD&V in Antwerpen nog 2% halen. Het gaat hier duidelijk om een manipulatie op basis van een momentopname. Het schetst een beeld van een CD&V in verval terwijl in vele steden en gemeenten enthousiaste militanten zich klaar maken om hun dominante posities met meer dan de helft van de Burgemeesters en de aanwezigheid in 2/3 van de schepencolleges te bestendigen.
Het Parlement zal in de volgende maanden in de ban blijven van de gemeenteverkiezingen omdat haast iedereen een lokaal engagement heeft en er vanuit de Regering weinig brood op de plank zal komen.
Persoonlijk ben ik erg ontgoocheld dat de Regering het begrotingsevenwicht loslaat.
Ik heb reeds enkele maanden geleden voorspeld dat in 2018 het globaal begrotingstekort opnieuw zou toenemen. Volgens berekeningen van de Hoge Raad voor Financiën zou het structureel overheidstekort bij ongewijzigd beleid verslechteren van 1,0% van het bbp in 2017 naar 1,4% in 2018, 1,9% in 2019 en 1,9% in 2020. Over 3 jaar zou het cumulatief saldo met 0,9% verslechteren of met nagenoeg 4 miljard euro. In 2020 wordt zonder nieuwe maatregelen een negatief vorderingssaldo verwacht van nagenoeg 2% of 7 à 8 miljard.
Het primair saldo (zonder rentelasten) zal verslechteren van 1,5% in 2017 naar 0,4% in 2021 niettegenstaande een primair surplus van 2% nodig is om te komen tot duurzame schuldafbouw. De jongste statistieken tonen aan dat we in EU met een schuld van 103% van het bpp op de vierde plaats staan, net geen brons…
Nooit waren de omstandigheden beter om een begrotingsevenwicht te bereiken: de rentelasten zijn in de begroting op 4 jaar tijd gedaald met nagenoeg 1% en de economische groei en de stijgende werkgelegenheid brachten belangrijke meerinkomsten mee en minder uitgaven (dalende werkloosheid).
Het is een gemiste kans want de rente blijft niet eeuwig laag, de economische groei zal niet elk jaar bijna 2% van het bpp bedragen en de vergrijzingskosten en pensioenlasten zitten in de stijgende lijn.
Als voorzitter van de COM FIN in de Kamer droomde ik er van mijn parlementaire loopbaan af te sluiten met een evenwichtige begroting die niet langer de komende generaties zou bezwaren. Woensdag ondervraag ik hierover de minister van Financiën in de Kamercommissie. Ik maak mij geen illusies. De noodzakelijke saneringsinspanning wordt verschoven naar de volgende Regering. Vraag blijft of Europa hierop lijdzaam zal toezien want België zit niet op de gewenste koers.
De gemeenteverkiezingen zijn voor de Europese Commissie geen geldig excuus.