De politiek was bij mij ver weg dit weekend. De “Masj” is onverwacht overleden. De Masj was de bijnaam van Arnold Van Den Meersche, mijn klasgenoot in de retorica B 1967 op het Sint-Jan- Berchmanscollege in Brussel.
In september jl. vierden we nog ons gouden collegejubileum. Het is immers 50 jaar geleden dat we afstudeerden aan het SJB college. De Masj was één van de enthousiaste initiatiefnemers van onze reünie.
Arnold was bij de markantste figuren van onze retorica. “Ne straffe gast”, zoals ze in Brussel zeggen. Hij stond steeds op de eerste rij om grappen en deugnieterijen uit te halen maar hij kon ook doodserieus zijn als het moest. Vroegrijp als het ging om vrouwelijk schoon.
Regisseur van ons collegetoneel (“Muiterij op de Caine”). Ook een begenadigde voetballer en atleet (later liep hij marathons). Na het college studeerde hij aan het RITCS met de ambitie om filmregisseur te worden. Toen dat niet lukte, ging hij in avondonderwijs rechten studeren en begon een loopbaan bij de Generale Bank, die hij afsloot als directeur investeringen bij BNP Paribas.
Onze retorica kwam niet veel samen. We vierden ons 20 jaar afgestudeerd zijn in 1988, kwamen ook nog tweemaal samen in de jaren negentig en vierden ons 40 jaar in 2007. Toen planden we bijeenkomsten om de 5 jaar die zouden uitmonden in ons groot feest in 2017.
De Masj ijverde er de jongste jaren voor om onze banden nauwer aan te halen want de tijd vorderde snel (sic fugit irreparabile tempus). Op 17 september was het dan zover. We waren met 18 aanwezig en beleefden een onvergetelijke dag met een bezoek aan het Kasteel van Gaasbeek (onze geschiedenisleraar Gaston Renson was er ooit conservator) en ’s avonds een gezellig diner in het Gravenhof in Dworp.
De sfeer was uitbundig en het was of de tijd had stilgestaan. We spraken mekaar opnieuw aan met de koosnaam (ik was terug de “Pigge”) en haalden memorabele anekdotes aan uit onze schitterende collegetijd. De collegejaren waren de bloedsband die we koesteren en we stelden vast dat we eigenlijk dezelfde personen waren gebleven als in onze collegetijd. De karakters waren onveranderd en de vriendschapsbanden ook. Iedereen is zijn eigen weg gegaan. Professioneel, familiaal, inzake maatschappijopvatting en belangstelling maar die vriendschap en waardering is gebleven. Wij waren van de klas Reto B voor altijd.
Aan tafel zongen we geparafraseerde liedjes van de Beatles zoals “When I’m sixty four (wij zijn nu sixty-eight – geboren in 1949), “A hard day’s night”, “Eight Days a week”.
De Masj genoot er met volle teugen van en – hoewel hij totaal onverwacht overleed – was het achteraf bekeken alsof hij met dit avondmaal afscheid wou nemen van zijn collegevrienden. Niets liet vermoeden dat hij een maand later zou overlijden. Het was voor ons een schok. Onze Reto B werd in zijn hart getroffen.
Wij waren een retorica op de kentering der tijden. Nova et vetera. De Masj was daar de verpersoonlijking van. We hadden een klassieke en katholieke opleiding die wij waardeerden maar mei ‘68 stond voor de deur, de seksuele revolutie en de poëten waren niet langer Gezelle maar Marsman en Claus. We gingen in 1967 met de Masj naar “Poëzie in het Paleis” met Simon Vinkenhoog en Gerard van het Reve. Wij zongen de liedjes van The Beatles en de Rolling Stones. Als hij in het “goddeloze” RITCS ging studeren voor filmregisseur was dat een unicum en een schok voor onze paters in ons college.
De Masj was boven alles een goede kameraad. We hebben mekaar in al die jaren niet genoeg gezien maar hij is voor ons de Masj gebleven uit onze collegejaren.
We denken nog terug aan onze Romereis en onze eerste glazen chianti, onze fietstocht naar Parijs waar hij ons allemaal uit de wielen reed, de loopcross waar we met Freddy Carels met drie samen over de meet kwamen (tot groot ongenoegen van de collegeprefect die vond dat er maar een winnaar mocht zijn en drie bekers moest geven), de fameuze voetbalmatchen waar wij met de “Evene” samen voor de goals zorgden in de klas- en collegeploeg).
Het zijn nu herinneringen. Een klasgenoot schreef “we shall never forget you”.
Ik zat naast de Masj op de begrafenis van onze retoricaleraar, pater Imberecht,s in 2012 en op zijn doodsprentje stond een citaat van Kardinaal Henry Newman: “Lead Kindly Light” (Leid, vriendelijk licht in het duister om mij heen). Hij vond dit toen een mooi citaat.
Dat wens ik jou ook, mijn goede vriend Masj. Vrijdag zullen we allen op de begrafenis zijn.
Copyright ©2014 - www.ericvanrompuy.be - Imaxx Webdesign