Fiscale regularisatie
De démarche van BBI-Directeur van Gent Karel Anthonissen om 60.000 fiscale regularisatiedossiers over te maken aan het parket is de doodssteek voor de huidige fiscale regularisatie. Wat is nog de rechtszekerheid van de vroegere fiscale regularisaties?
Karl Anthonissen stelt vast dat bij de vroegere fiscale regularisaties het verjaard zwart kapitaal ongemoeid bleef en enkel betrekking had op de inkomsten en interesten uit kapitaal. Hij heeft het over “onvolledige”regularisaties en vindt dat de parketten de regularisatiedossiers opnieuw moeten onderzoeken op witwaspraktijken.
Hierdoor wordt de rechtzekerheid van het vroegere regularisatiebeleid sinds 2003 ondermijnd. Als de parketten deze 60.000 dossiers opnieuw moeten onderzoeken, is de vraag: op basis waarvan? Bij regularisatie kregen heel wat fiscale “ zondaars” in een attest de belofte van een fiscale en strafrechterlijke immuniteit. Gaat het parket deze immuniteit respecteren? Gaat het parket in elk dossier onderzoeken wat wit of zwart kapitaal is?
Dit zal aanleiding geven tot een eindeloos aantal rechtsprocedures. Intussen zal niemand nog bereid zijn om in te stappen in de huidige regularisatieronde van 2016. Die regularisatieronde bracht tot hiertoe maar 28 miljoen euro op, dit is maar 1/10de van de verwachte opbrengst van 250 miljoen in 2016. In de periode 2004-2014 brachten de vorige regularisatierondes 3 miljard euro op aan heffingen. De huidige ronde dreigt dan ook een “flop” te worden.
Het parket gaat nu in die 60.000 dossiers op zoek gaan naar witwaspraktijken maar in de vorige regularisaties was het juridisch totaal onduidelijk wat zwart kapitaal was of wit. In de jongste regularisatie van 2016 is duidelijk bepaald in art. 11 van de regularisatiewet dat schriftelijk moet worden aangetoond welke bedragen wit of zwart zijn zodat men de legale herkomst kan bepalen. In de vorige regulariesatierondes tussen 2004 en 2014 bleef dit onduidelijk en gaven de attesten geen uitsluitsel over de zwarte kapitalen.
De heer Anthonissen vindt dat tienduizenden bezitters van een zwarte spaarrekening, die de inkomsten ervan hebben geregulariseerd, opnieuw bij het parket moeten langskomen om zich te verantwoorden voor hun “verjaard kapitaal”. Wie gaat er nu nog in een fiscale regularisatieprocedure stappen als na 10 jaar de overheid en justitie weer al deze dossiers open verklaren?
Ook moet het parket alle dossiers op een gelijke manier behandelen en kan er geen onderscheid worden gemaakt tussen grote en kleine fraudedossiers.
Ik betreur deze gang van zaken omdat deze regering een duidelijke regularisatie heeft goedgekeurd, waarbij een schriftelijk bewijs moet worden geleverd dat het kapitaal een legale herkomst heeft en niet verdacht is. Op het zwart kapitaal kunnen boetes worden geheven van 36% tot 40%. Hiermee is de regularisatie een onderdeel van een meer rechtvaardige fiscaliteit.
Als voorzitter van de Commissie Financiën en voorzitter van de onderzoekscomissie Optima vind ik dat BBI-directeur Anthonissen met zijn publieke verklaringen in de pers schade toebrengt aan de sereniteit van het onderzoek naar de fraudedossiers. Ik zal hem hierover verantwoording vragen in de Commissie Optima op 18 november.