Interview in Het Laatste Nieuws

Eric Van Rompuy is 66, zijn dochter 22. “Haar vriendinnen vragen Heidi: ‘Is uw papa thuis ook altijd zo knorrig?’ Dan schiet ze in de lach. Zo kent ze mij niet.” Grumpy old man? Hij? “Maar nee, ik ben niet zuur. Ik ben een milde mens.” Tenzij de tegenstander Bourgeois, De Wever of Van Overtveldt heet. Van Rompuy is de kwelduivel van N-VA. Knorpot met inhoud. “Ik zeg wat anderen niet kunnen of durven. Mij wordt veel vergeven.”

Eric Van Rompuy zit alleen thuis in Zaventem. Vrouw en dochter zijn samen op reis. “Naar Kyoto en Tokio. Zestien uren vliegen. Voor een hartpatiënt als ik is dat geen aanrader. Ik ben ooit met mijn broer Herman naar Kashmir in India gevlogen. Dat rammelde nogal. Beeld u in: 1972! Sindsdien stap ik geen vliegtuig meer op voor mijn plezier.” Hoe hij zich solo uit de slag trekt, zo zonder zijn twee
vrouwen? “Niet, als ik eerlijk moet zijn.”

Maar de plicht roept. De wereld draait door, in alle betekenissen van het woord, en dus blijft hij nog even op post. Eric Van Rompuy is een parlementslid pur sang. Overklast in durf en expertise het gros van zijn gelijken. Voert zelfs oppositie als hij in de meerderheid zit. Wordt volgens zijn coalitiegenoten van de N-VA door niemand nog au sérieux genomen. “Dat zeggen ze. Tegen beter weten in. Omdat ze voelen dat ik vlees heb als ik bijt. In wat voor wereld leven wij? Er is terreur. Er is migratie. Er is geweld. Er is ongelijkheid. Er is ongerustheid. En dan is er in Vlaanderen één regeringspartij die vindt dat de splitsing van België de inzet moet zijn van onze volgende verkiezingen en die in afwachting daarvan alvast spuwt op de taalgrens? Dan weet ik: goed dat ik nog in het parlement zit om die luchtbel door te prikken.”

Dit gesprek vond plaats net voor Nice en één dag voor Turkije. Van Rompuy mailt nadien een update. “Voilà. Precies wat ik u zeggen wou, donderdag. Gaan we in België al onze energie in het communautaire blijven steken en naar onze eigen navel blijven staren terwijl de rest van de wereld in brand staat?” Maar eerst de lokale brandjes. Optima!

Voorzitter van de Kamercommissie Financiën en Begroting, ondervoorzitter van de Panama-commissie en nu ook voorzitter van de onderzoekscommissie naar Optima: niet min voor een hartlijder van 66 die door N-VA niet ernstig wordt genomen. Streelt dat uw ego?

“Niet eens. Ik heb zelf niet gevraagd om die Optima-commissie. Ik sta daar nogal sceptisch tegenover. Omdat het zo delicaat is. Wie nodig je uit om wat precies te weten te komen? Want ook het parket is hiermee bezig. Dan mag je als parlementaire onderzoekscommissie geen vormfouten maken die je later zuur kunnen opbreken. Je moet opletten dat het niet louter een mediaspektakel wordt zonder vlees aan de haak. Ons gaat het in de Kamer niet om de vraag op welke boot in Cannes de burgemeester van Gent een glas champagne heeft gedronken. Dat is voer voor de gemeenteraad van Gent. Ons gaat het om de vraag hoe een bank toch weer is kunnen ontsporen en failliet gaan. En hoe je dat in de toekomst vermijdt.”

Verbaast ze u, die Gentse verwevenheid van politiek, bankwezen en vastgoedsector? U bent zelf schepen van Ruimtelijke Ordening geweest in Zaventem.

“Het is niet mijn wereld, die verstrengeling van belangen allerlei. Je moet als schepen, gedeputeerde of ambtenaar afstand houden. Schroom hebben. Niet ingaan op uitnodigingen. Ik heb nooit uitgestraald dat er met mij wel iets te regelen viel. Zoete broodjes bakken met het bedrijfsleven is niet de stijl van de familie Van Rompuy.”

U laat uw brunch niet sponsoren door projectontwikkelaars waarover u later zelf moet oordelen?

(Lacht) “Nee. Ik organiseer mijn eetfestijn al 30 jaar zelf. De prijzen voor de tombola – fruitkorf, mand met streekproducten – betaal ik uit eigen zak.”

Nooit in bekoring geleid?

“Nee. Men weet dat geld mij geen bal interesseert. Ik heb nul mandaten in bedrijven. Ik vel geen oordeel over collega’s die het anders doen, maar ik heb altijd op mijn eigen manier aan politiek gedaan. I did it my way, zoals Sinatra zong. Ik ben geen geldwolf en geen machtsmens.”

Hoe is het met Geert Bourgeois? Heeft u hem nog gesproken sinds u hem op 11 juli de zwakste minister-president ooit heeft genoemd?

“Nee. Tussen ons is het fout gelopen toen hij in 2008 uit de Vlaamse regering is gestapt en het kartel CD&V-N-VA is gebroken. Amper was hij minister af of hij begon al tegen ons te tempeesten. Toen heb ik hem un petit monsieur genoemd. Dat heeft hij me kwalijk genomen. Dat is zijn recht. Daar kan ik tegen.”

Kent u elkaar goed, eigenlijk?

“Persoonlijk? Nee. We hebben nooit onder vier ogen geluncht. Maar het gaat mij dan ook niet om de man zelf, wel om de manier waarop hij nu functioneert als minister-president van Vlaanderen. De Vlaamse feestdag van 11 juli wordt al sinds jaar en dag gevierd op het stadhuis van Brussel. Ik was daar voor het eerst aanwezig in 1983. De Vlaamse begroting bedroeg toen 2,5 miljard. Vandaag bedraagt ze 40 miljard, na een reeks staatshervormingen waarvan CD&V de motor is geweest. Weinig regio’s in Europa hebben zo’n grote autonomie als Vlaanderen, ook fiscaal. Als je dan een Vlaams-nationalist bent en op 11 juli het woord mag voeren, laat het dan een boodschap zijn van trots. Ga dan niet kankeren op die zesde staatshervorming waaraan je als N-VA niet de moed had om mee te werken. En ga dan vooral niet spuwen op de taalgrens en op de Waalse stakers die Vlaanderen het leven zuur zouden maken. Alsof dat in de wereld van vandaag de essentie is.”

Het zat u hoorbaar hoog.

“Ja. Omdat het van een stuitend gebrek aan respect getuigt voor al wat andere partijen al voor Vlaanderen hebben gedaan. Niet de partij van Geert Bourgeois. Die heeft nog geen microgram bijgedragen aan de Vlaamse autonomie. Om het met Alberto Contador te zeggen: 0,0000000005.”

Als er in 2019 nog een zevende staatshervorming komt, moet het de ultieme zijn, zegt N-VA. Ook uw CD&V is toch voorstander van het confederalisme?

“Ja, maar N-VA is hypocriet als ze over confederalisme spreken. Het land is krom onderhandeld, zeggen zij. N-VA vindt dat nu eindelijk maar eens de sociale zekerheid moet gesplitst worden, pensioenen, gezondheidszorg en werkloosheid inbegrepen. Daarnaast willen ze de staatsschuld splitsen én alle belastingen laten innen door de deelstaten, zodat de federale staat zou moeten leven van dotaties – van de bedelstaf, zeg maar. Dat is geen confederalisme, dat is separatisme. N-VA stuurt aan op een Vlexit uit België. Kijk om u heen: de wereld staat in brand. Maar de grootste partij in dit land wil het communautaire tot de inzet van de volgende verkiezingen maken.”

Is België splitsbaar?

“Ik denk het niet. Je haalt dit land niet uit elkaar, zelfs niet mocht je dat willen.”

Soms keren de dingen snel. Uw broer Herman heeft altijd gezegd dat hij de splitsing van BHV niet meer zou meemaken. Zie nu. En niemand die er nog over spreekt.

“Dat klopt. Ik heb daar mijn hele loopbaan voor geijverd, voor die splitsing. Ze heeft niet geleid tot een verfransing van de rand rond Brussel, zoals Bourgeois, Weyts en De Wever hebben getoeterd. Maar was het sop de kool wel waard? BHV heeft het land jarenlang getraumatiseerd en geïmmobiliseerd. Hadden we al die energie achteraf bekeken niet beter aan iets wezenlijkers kunnen besteden?”

Dat klinkt als een mea culpa.

“Ja. Want wat heeft het CD&V en het land opgeleverd? N-VA is bij de verkiezingen met de pluimen gaan lopen, terwijl wij het probleem voor hen eerbaar hebben opgelost. Van de stilstand door BHV draagt België vandaag nog de sporen.”

Als u het vooraf had geweten, had u het anders gedaan?

“Ik heb dat totaal onderschat, ja. De dwaasheid aan beide kanten. Het hardnekkige ‘non’ aan Franstalige kant, het dogmatische ‘nee’ bij de radicale flaminganten. Er is veel tijd verloren gegaan. En waarvoor, uiteindelijk?”

Wat heeft u eigenlijk tegen N-VA? Het is onversneden haat, zeggen zij.

“Typische reactie voor nationalisten is dat: wie hun grote gelijk niet deelt, is ofwel een dommerik ofwel een gefrustreerde. Ik voel mij meer dan ooit een echte christendemocraat. Ik denk ook dat dit land een sociale centrumpartij als de onze hard nodig heeft. Maar binnen de regering-Michel zitten we in een moeilijke positie. CD&V is op zijn best in de rol van spelverdeler. Als we de premier hebben.”

U had hem kunnen hebben. Maar uw voorzitter verkoos de Europese carrière van Marianne Thyssen boven het premierschap van Kris Peeters. Was dat een kleine of een grote blunder?

“Ik ga me daar niet over uitspreken. Mijn relatie met Marianne is hartelijk. We brengen nu sociale correcties aan op een liberaal beleid, maar wat levert ons dat op? Stank voor dank van het ACV en een dip in de peilingen: 14 procent nog.”

Is de kiezer dan ondankbaar of gewoon dom?

“Het is niet meer aan mij om ons uit dat moeras te trekken. In 2019 zal ik 70 zijn. Dan is het echt wel genoeg geweest.”

U gaat geen Herman De Crootje doen?

“Nee. Ik zit goed in mijn vel. Ik ben zeer gelukkig getrouwd, ik heb een fantastische dochter, ik voel me gezond en ik doe nog altijd even vrij aan politiek als toen ik bij de CVP-jongeren zat. Welke reden tot frustratie zou ik dan hebben? Ik speel mijn rol als parlementslid. Ik zeg wat ik denk. Wat anderen vaak niet kunnen of mogen of durven te zeggen.”

U trapt op zere tenen.

“Ja. Maar het klopt niet dat ik alleen aan afbraakvoetbal doe. Ik ben geen negativist. Heidi, mijn dochter, is 22. Haar vriendinnen vragen haar: ‘Is uw papa altijd zo kwaad, zo nors, zo knorrig?’ Daar moet ze dan om lachen, want zo kent ze mij niet. Alleen heb ik dus wel dat imago.”

De grumpy old man van CD&V.

“Dat ben ik niet. Bart De Wever zegt dat ik Rennie moet slikken, tegen opborrelend maagzuur. (Lacht) Wel, ik kende dat niet eens. Ik bén geen zure mens. En ik weet ook: als je kop boven het maaiveld uitsteekt, gaat hij eraf. Ik ben Herman niet. Ik heb een ander temperament. Hij was top. Ik niet. Ik ben altijd subtop geweest, op mijn manier. My way.”

Wie is vandaag top bij CD&V en wie subtop?

“Kris Peeters speelt zijn rol uitstekend. Koen Geens is top in zijn vak. En Hilde Crevits zou een betere minister-president zijn dan Geert Bourgeois. Ik vind dat CD&V strijdbaarder is dan een jaar of twee geleden. Ik heb Wouter Beke al een paar keer met succes opgejaagd.”

Heeft uw partijtop dat nodig, af en toe wat peper in ’t gat?

“Ja. Ze kunnen daar tegen. Mij wordt niets kwalijk genomen. Wijlen Frank Swaelen speechte lang geleden bij mijn afscheid als rebelse jongerenvoorzitter: ‘Hem zal veel worden vergeven.’ Swaelen heeft gelijk gekregen. Ik neem de vrijheid om te zeggen wat ik wil.”

Kent u Janis Joplin?

“Nee.”

Een hippiezangeres van uw generatie. Zij zong: ‘Freedom is just another word for nothing left to lose.’

“Mooi gezegd.”

Gaat dat ook op voor u, na uw openhartoperatie? Het gevoel dat u niets meer te verliezen hebt en dus maar beter uw gedacht kunt zeggen als politicus?

“Ja. Ik maak van mijn oren, maar ik ben nooit een dissident geweest. Altijd loyaal tegenover CD&V. Right or wrong, my party. Freedom of speech is in de politiek nooit absoluut, als je het goed voor hebt met je eigen partij.”

U bent 66 en hartpatiënt. Dan verwacht je meer mildheid, zoetjesaan.

“Vergis u niet: ik bén een milde mens als ik niet voor een camera sta. Maar voor ministers en partijvoorzitters mag je scherp zijn. Moét je scherp zijn. De manier waarop N-VA zich gedraagt, maakt het voor CD&V in deze coalitie erg moeilijk. Het superioriteitsgevoel van Bart De Wever, dat zint mij niet. Hij gunt mij geen blik meer. En in zijn confederalisme weiger ik mee te gaan.”

Wel in de herfederalisering van Opend Vld?

“Ook niet. Alexander De Croo heeft er in 2010 de stekker uitgetrokken om communautaire redenen. Dat heeft geleid tot een klinkende overwinning voor N-VA en de langste periode ooit zonder regering. Als De Croo er de stekker nu opnieuw in steekt, kan je het vervolg zo voorspellen, vrees ik. Hebben we in de wereld zoals die nu draait niets beters te doen?”
JAN SEGERS

Copyright © 2016 De Persgroep Publishing.
Alle rechten voorbehouden