Onmacht doorbreken

Ik gaf op deze weblog weinig commentaar op de gebeurtenissen van 22 maart. Ik vond dat de politiek in deze dramatische momenten zich bescheiden en medelevend moest opstellen en het gerecht, de politie en de hulpverleners hun werk moesten laten doen, hetgeen ze trouwens schitterend hebben gedaan. Maar de slachtoffers waren nog niet geïdentificeerd, de bevolking was nog niet van de schok bekomen of regeringsleden dreigden  al met ontslag en waren al zwarte pieten aan het uitdelen over de verantwoordelijkheid van de aanslagen. Dat debat zet zich verder in het Parlement waar een onderzoekscommissie op zoek gaat naar schuldigen en verantwoordelijken alsof iemand deze aanslagen had kunnen voorkomen.

Intussen is wel het gevoel ontstaan dat deze Staat niet meer werkt: “rien ne marche plus”.

De stakingen van de verkeersleiders, de luchthavenpolitie, de bagagehouders en de cipiers, Brussels bashing, de crisis van het gerecht (met gisteren de verklaringen van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie), de nationale acties van de vakbonden tegen het regeringsbeleid, de blijvende kritiek van Europa op de Belgische begroting, onze financiële instellingen en de Panama Papers: de lijst is eindeloos. Het geeft een beeld van machteloosheid en verlamming. Alles blokkeert met daartussen politieke partijen die zich menen te moeten profileren en vakbonden die hun sociale verkiezingen voeren op kap van de gewone man.

Er is ook de overacting van regeringsleden die menen elk uur van de dag te moeten communiceren in kranten, nieuwsuitzendingen, praatprogramma’s, websites, twitter, enz. Deze overcommunicatie tast elk gezag aan en doet hen verstrikken in hun eigen verklaringen.

Het valt mij op hoe rustig de bevolking hierbij blijft. Iedereen trekt elke dag naar zijn werk en doet zijn job. De metro rijdt terug. Studenten zitten in de blok. In de hospitalen worden met de grootste zorg onze zieken verzorgd. Brugge wordt kampioen en viert de titel in een bruisende stad zonder veel incidenten. “La vie continue”. Wat een contrast met de politieke wereld!

De politiek is op een gevaarlijk pad. Ook de vakbonden zorgen voor een  nooit gezien  destructief maatschappelijk klimaat. De regering Michel is nu bijna twee jaar aan de macht en staat voor een kruispunt der wegen. Ofwel gaat ze op een eendrachtige manier over tot krachtdadig besturen ofwel zinkt ze verder weg in “rien ne va plus” en opent ze de deur voor populisme à la Trump en profeten die met slogans en simpele oplossingen een vals gevoel geven van leiderschap.

Wanneer komt Charles Michel naar voren met oplossingen zoals destijds Martens, Dehaene en Verhofstadt? Amper 25% van de Walen heeft gestemd voor deze  federale coalitie en de cipiersstaking wijst duidelijk aan dat deze regering maatschappelijk draagvlak mist in Franstalig België.

In Vlaanderen is er een gigantisch wantrouwen tussen de politieke partijen en dit zowel in de Vlaamse als in de federale regering. Hoe lang is dit nog houdbaar? N-VA zoekt steeds meer de maatschappelijke polarisatie op met forse verklaringen over islam en vakbonden, en wijst opnieuw op de communautaire breuklijnen. In de Franstalige pers wordt openlijk gesteld dat het debat over de “failed state” N-VA goed uitkomt omdat het kan leiden tot “le démantèlement de l’Etat belge”. De Wever en Vuye voeden met hun verklaringen deze stelling elke dag. Waar willen ze naartoe met dit land? Dit wantrouwen weegt steeds meer op de collectieve aanpak in dit land.

Welk maatschappelijk beeld scheppen wij voor de jonge generaties? In België gebeuren nog oneindig veel positieve zaken in onze gezinnen, onze scholen, bedrijven en verenigingen. Onze bevolking heeft waardig gereageerd op de aanslagen en de komst van de duizenden vluchtelingen. Deze positieve energie mag niet langer worden verlamd door een mekaar neutraliserend machtsspel dat een loodzware hypotheek legt op onze toekomst. Zonder vertrouwen tussen politieke partijen en leidinggevende personen  ook in de patronale en syndikale wereld kan dit land niet functioneren. Aan deze collectieve onmacht moet een einde komen. We hebben in dit land nog vele troeven. Maar het wordt tijd dat het tij keert. We zijn dit aan onze jonge generaties verplicht. Die zijn niet bezig met verkiezingen of profilering maar met hun toekomst.