Ik kreeg gisteren een schok toen ik hoorde dat het Anderlecht stadion zal verdwijnen. Anderlecht niet meer in het Astridpark: voor mij zal Anderlecht nooit meer Anderlecht zijn.
Mijn vader nam ons in de jaren zestig zondagnamiddag mee naar het magische Astridpark. We poogden er steeds ruim op voorhand te zijn omdat in die tijd men nog dezelfde dag zijn tickets moest kopen. In afwachting van de match gingen we nog even op het oefenveld naast het stadion kijken naar de opwarming en konden we vaststellen hoe het die dag was met Jef Jurion, Pierre Hanon, Paul Van Himst, Jan Mulder, Wilfried Puis, Jean Trappeniers, Georges Heylens, Johan Devrindt , Julien Kialunda en die andere onvergetelijke Anderlecht-idolen.
We stonden altijd in hetzelfde vak op de “gradins” schuin achter het doel. Tijdens de rust gingen we naar de overkant van het stadion onder het scorebord om Anderlecht beter te zien scoren. Later kwamen er de “nocturnes” bij met de memorabele Europabeker wedstrijden van de jaren zestig en zeventig. Enkele Europabeker matchen ( o.m. tegen Real Madrid met de overgetelijke goal van Jef Jurion) werden gespeeld op het Heyzelstadion omdat het Anderlecht stadion te klein was. Herhaalt de geschiedenis zich?…
Voetbal is ook emotie en traditie. Nu nog komt bij mij de nostalgie boven telkens ik naar Anderlecht ga kijken. Ik zie ons nog steeds staan op die “gradins” met mijn vader, broer en zuster en komen die onvergetelijke momenten van “ ALLONS LES MAUVES” weer naar boven.Tijdens de match in 1959 toen Anderlecht kampioen speelde zaten we zelfs op het terrein tegen de ballustrade als kinderen!
In de loges en business seats is die sfeer niet meer hetzelfde. En zeker niet als we naar Anderlecht zullen gaan kijken op parking C op de Heyzel.
Op parking C zal Anderlecht Anderlecht niet meer zijn. Ook het memorabele Heyzelstadion verdwijnt en met haar wellicht de Memorial Van Damme waar ik bijna 40 jaar ook elk jaar aanwezig ben geweest. De noodkreet van Wilfried Meert wordt blijkbaar niet aanhoord.
Geen Astridpark meer, geen Heyzelstadion meer. Misschien is dit de vooruitgang maar voor mij sterft hiermee een stuk van onze sportgeschiedenis. Ik blijf een trouwe supporter van Anderlecht maar het zal nooit meer dezelfde liefde en emotie zijn.
In de Morgen vroeg men mij om een reactie. Ik ben fier dat ze aan 3 personen een reactie hebben gevraagd. Aan de spelers Jan Mulder en Paul Van Himst en aan mij als supporter.
Jan Mulder: “Het Astridpark, dat is ontroering”. Eric Van Rompuy: “Niet meer het stadion van Anderlecht”. Paul Van Himst: “Met pijn in het hart”.
Op deze weblog nemen ik de reacties over.
Jan Mulder, ex-speler
Hij noemt het Constant Vandenstockstadion consequent het Astridpark. Zoals het heette toen Anderlecht zijn Europese topjaren beleefde. Jan Mulder, vandaag mediafiguur maar vroeger vooral bekend als aanvaller van paars-wit: “Ach, wat wil je dat ik zeg? Mijn leven is daar begonnen. Ik heb er Paul Van Himst, Jef Jurion en Jef Mermans zien spelen. Weergaloos was dat. Ik spendeerde als voetballer de hele dag in dat stadion. Ik kwam er ’s morgens aan, trainde, at en rustte er en ging daarna naar mijn appartement. Natuurlijk doet het pijn dat Anderlecht verhuist.
“Voor mij staat het Astridpark voor ontroering. En vooral: voetbal is traditie voor mij. Het zal organisatorisch en economisch wel nodig zijn om te verhuizen, maar de schade is voor mij persoonlijk toch wel groot. De emoties die ik voel bij het Astridpark, heb ik met parking C op de Heizel toch niet zo.”
De verhuis heeft te maken met een kant van het voetbal die Mulder minder apprecieert: die van de harde business. “Ja, en dat neemt tegenwoordig gigantische vormen aan. Wist je dat er in Engeland stemmen opgaan om wedstrijden van de Premier League in Hongkong en Sjanghai te gaan spelen? Een kleine verplaatsing, noemen ze dat wellicht. Het gaat allemaal om geld. Niet leuk. Maar ik wil ook niet verbitterd klinken, hoor. Dingen komen en gaan. Ook het Astridpark. Veel kom ik er sowieso niet meer. Ik woon in Groningen, dat is niet bij de deur.”
Eric Van Rompuy, supporter
‘Niet meer het stadion van Anderlecht’
CD&V-politicus Eric Van Rompuy (66) trok als jong broekje al naar het stadion van Anderlecht. “Uren van tevoren parkeerde mijn vader de auto in een van de zijstraatjes nabij het stadion. Daarna liepen we langs de oefenvelden waar de spelers zich opwarmden. De ligging was ook mooi, in het Astridpark. Ik heb er alle grote spelers zien passeren: Jurion, Van Himst, Vercauteren, Mermans, Coeck… De beleving van toen heb je nu niet meer. Ik kom er nu minder. Je kunt vandaag helaas niet meer zo makkelijk spontaan naar het stadion gaan en een ticket kopen. Mijn broer Herman heeft van voormalig manager Michel Verschueren een vaste plaats in de eretribune gekregen, waarvan ik soms gebruik kan maken.
“Het stadion heeft iets speciaals. Het staat voor mij voor traditie en voetbalcultuur. Maar puur financieel zal het plaatje wellicht wel kloppen. Als je het stadion op de Heizel voor tien miljoen kunt huren en ze kunnen het huidige stadion verzilveren, dan zal het ongetwijfeld de moeite waard zijn. Ik vraag me wel af hoe ze sfeer gaan krijgen in een stadion met 62.000 plaatsen. Als ze meedoen voor de titel zal het nog meevallen, maar dan nog zie ik ze maar een paar keer per jaar 40.000 mensen halen. Het stadion op de Heizel zal toch iets anders zijn. Het zal niet meer het stadion van Anderlecht zijn, maar dat van een grote Belgische club. Dat is qua gevoel toch iets anders. De sfeer en de authenticiteit zullen er niet zijn, maar alle ploegen veranderen vroeg of laat van stadion, natuurlijk. Het is de evolutie van de voetbalsport.”
Paul Van Himst, ex-speler
‘Met pijn in het hart’
Paul Van Himst, een van de beste aanvallers die het Anderlecht-publiek ooit zag spelen en tegenwoordig een trouw volger van de thuismatchen, neemt met pijn afscheid van het stadion in Anderlecht. “Het Vandenstockstadion is voor mij nostalgie. Ik vind het echt een mooi voetbalstadion, dat altijd goed werd onderhouden en waar altijd een goeie sfeer hing. Maar je moet moderniseren. Anderlecht wil meer toeschouwers in zijn stadion krijgen en dat kan niet in het huidige stadion. Om vooruitgang te maken moet je soms harde knopen doorhakken.
“Het is maar de vraag o f ze dat in een stadion van 62.000 plaatsen voor mekaar gaan krijgen. Bij een thuismatch in het Vandenstockstadion heeft Anderlecht gemiddeld zo’n 22.000 toeschouwers. Nu zorgt dat voor een leuke sfeer. Het is aan Anderlecht om te bekijken hoe ze dat gaan opvangen. Ik ben benieuwd hoe het dat gaan doen. Ik weet niet wat de vooruitzichten zijn.”
(DSO)
Copyright © 2015 De Persgroep Publishing. Alle rechten voorbehouden