Grexit?

Tussenkomst van Eric Van Rompuy in het Kamerdebat over de Griekse crisis

Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal in mijn betoog niet op de partijpolitieke of ideologische toer gaan, maar de huidige crisis plaatsen in haar historische context en daar ook enkele conclusies uit trekken. Europa is een genereus project, het meest genereuze van de twintigste eeuw, en drukt de wil uit van Europese volkeren om gezamenlijk hun toekomst uit te bouwen. In 1981 was ik in het Europees Parlement toen Griekenland toetrad als de tiende lidstaat. Na het militaire regime was er een enorme opluchting in het Parlement dat Griekenland toetrad tot de Europese Gemeenschap. Jarenlang is de Europese Gemeenschap bijzonder solidair geweest met de grote problemen die Griekenland op dat ogenblik ook kende en heeft zij massale steun gegeven.

Een van de stichters van Europa, Jean Monnet, zei dat politieke samenwerking en verbondenheid best worden bevorderd door een gemeenschappelijk economisch beleid, vandaar de EGKS in 1952, daarna de douane-unie en ook de eenheidsmarkt van Jacques Delors, de voorzitter van de Europese Commissie die daar een enorm werk van heeft gemaakt.

In 1999 was er de kwantumsprong naar de Europese monetaire integratie. Dat was het gevolg van een intense samenwerking tussen Frankrijk en Duitsland, met Valéry Giscard d’Estaing en Helmut Schmidt in de jaren 70 en Helmut Kohl en François Mitterrand in de jaren 80. Het is die as die de monetaire integratie heeft mogelijk gemaakt en de gemeenschappelijke munt tot een belangrijk project heeft gemaakt en de Europese lidstaten door de munt definitief met elkaar heeft verbonden. In die gemeenschappelijke munt zat echter een constructiefout die heeft geleid tot de eerste Griekse crisis in februari 2010. Er was onvoldoende coördinatie van het economisch beleid.

Veertig jaar geleden, in 1975, heb ik een doctoraat gemaakt. De titel daarvan was “De Europese monetaire integratie en het probleem van het Verenigd Koninkrijk om toe te treden tot een Europees integratieproces” en ging ik na wat een optimale muntzone is en aan welke voorwaaarden toetredingslanden moeten voldoen. In dat doctoraat heb ik naar voren gebracht dat met de betalingsbalansproblemen die Groot-Brittannië had in de jaren 70, de hoge inflatie en de zware overheidsschulden, Groot- Brittannië een zware overgangsperiode had om toe te treden tot de muntunie en een grote solidariteit vroeg van de andere lidstaten die toen in het Europees Monetair Stelsel zaten. Wel, de fout die  gemaakt  is in 1999-2000 is dat men in onvoldoende coördinatie heeft voorzien van dat economisch beleid. Dat is gerectificeerd in 2010, eerst met de bankenunie maar ook met het stabiliteits- en groeipact, met strakke regels inzake budgettair beleid en macro-economische doelstellingen. Het stabiliteits- en groeipact is ook in dit Parlement goedgekeurd. Het houdt een grote soevereiniteit-overdracht in, economic governance, denk aan het six pack, denk aan het two pack. We hebben hier ook een verdrag ondergetekend in verband met het Europees permanent stabiliteitmechanisme. Dat maakt het mogelijk dat men noodhulp financiert maar onder de voorwaarden dat men hervormingen doorvoert en dat men bezuinigt, dat er een austeriteitspolitiek is. Geen solidariteit zonder austeriteit. Dat  was de basis van die twee verdragen die wij hier in het Belgische Parlement hebben goedgekeurd. Ze hebben de basis gevormd van de onderhandelingen die dit weekend hebben plaatsgevonden op Europees vlak. Er werd onderhandeld door de ECB, het IMF, de Europese Commissie, de trojka maar ook door de top van de Europese regeringsleiders binnen de context van die verdragen. Zonder die verdragen en zonder respect voor die verdragen is een sociaaleconomisch en zeker een financieel en monetair beleid niet mogelijk. Indien men daar à la tête du client van afwijkt, stort heel het systeem in elkaar. Dat was eigenlijk de grote opdracht waar men voor stond. Men is daar heel moeilijk tot een vergelijk gekomen omdat Griekenland – ik hoor hier bepaalde tussenkomsten – zich niet heeft gehouden aan de afspraken van 2010. Ze hebben de maatregelen die moesten worden genomen niet genomen. Er is slecht bestuurd, niet alleen in de laatste zes maanden maar in de laatste tien jaar. De bevolking heeft daar geen schuld aan. Men heeft de laatste maanden natuurlijk ook beloften gedaan die men niet kon houden en men heeft het voorgesteld alsof die herstelprogramma’s waren doorgevoerd, wat niet het geval was. Dat is eigenlijk de grond van de zaak. De andere 18 eurolanden zijn solidair geweest. 300 miljard euro is er naar Griekenland gegaan. In 2011 is 30 % van de publieke schuld door de privé-investeerders kwijtgescholden. Nu staat men terug voor een nieuw herstelprogramma van 80 à 85 miljard euro. Een ding is duidelijk, meer schulden maken is geen optie. De schulden moeten onder controle worden gebracht. Dat is eigenlijk ook de filosofie van het stabiliteits- en groeipact. No growth without stability! Die stabiliteit moet gevormd worden door hervormingen maar ook impopulaire maatregelen. Enkele landen, bijvoorbeeld Spanje en Portugal, hebben impopulaire maatregelen genomen en hebben bepaalde demagogen moeten terechtwijzen. Op termijn is dit de enige uitweg. Dat men een paar procent koopkracht verliest, klopt, maar als men op termijn door het Europees project te realiseren veel koopkracht kan vrijwaren en doen groeien, dan is dat de inzet van het debat. Dat hebben wij ook meegemaakt in de jaren 80, toen hier ook is ingeleverd op de korte termijn, wat op lange termijn tot resultaten leidde.

Mevrouw Almaci, niet de weg van de demagogen en van de lafaards die de mensen op een verkeerd spoor hebben gebracht moeten wij volgen, maar wij moeten de Europese bevolking eerlijk zeggen waar het op staat. Ik meen dat het akkoord van dit weekend daar een heel belangrijk element van is.

01.07 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer Van Rompuy, ik ben het met u eens dat wij eerlijk moeten zijn. Laten wij dan eerlijk zijn over de resultaten van het austeriteitsbeleid in heel Europa. In Spanje, Portugal, Letland en Ierland is de armoede geëxplodeerd, jongeren emigreren er bij bosjes en de werkloosheidscijfers zijn immens hoog. Mijnheer Van Rompuy, ik daag u uit de budgettaire situatie in Spanje te bekijken. Ik begrijp de zenuwachtigheid van de huidige premier Rajoy omdat hij er niets van gebakken heeft en tot nu toe niet door Europa op de vingers is getikt maar wel een andere groep ziet opkomen die het austeriteitsbeleid wil tegengaan. Nu niet onderkennen dat de recepten van de voorbije jaren niet hebben gewerkt, is het gevaar dat Europa bedreigt. Dat is het gevaar dat het Europese project van vrede, vrijheid en democratie bedreigt. Het overroepen van de democratie in naam van de democratie werkt niet! Het heeft niet gewerkt voor Europa, en zeker niet voor de Europese burgers. In 2006 hebben zij in Europese referenda de Grondwet weggestemd. Zij kregen alleen meer austeriteit. Ik sta niet voor een Europa van austeriteit. Ik sta voor een Europa van gewone burgers, en voor recepten die werken. Ik sta niet voor schulden. Ik ben niet de vriend van Syriza. Ik meen wel degelijk dat hervormen moet. Het is echter zeer duidelijk dat die recepten waarover nu wordt gedaan alsof men er gewoon mee kan verder werken door geen enkele econoom als geloofwaardig alternatief naar voren worden geschoven. Geen enkele econoom vindt dit een goed akkoord.

01.08 Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de voorzitter, toen ik in 1976 als economist mijn doctoraat maakte, was Milton Friedman, de winnaar van de Nobelprijs voor Economie, de grote man. Hij zei dat het beheersen van de geldvoorraad en de vlottende wisselkoersen het hele economische systeem zou kunnen doen herleven en welvaart creëren. Degenen die Friedman toen achternaliepen en hem ophemelden als een schitterende econoom, zijn nu de neokeynesianen geworden. Mevrouw, maak er geen partijpolitiek spelletje van. De neokeynesianen bepleiten wat u eigenlijk wil. Het Europees groei- en stabiliteitspact heeft een beheersbare controle van een schuldeneconomie vastgelegd. Dat is de reden waarom er een noodfonds is gecreëerd met voorwaarden van herstel. Dat is de lijn die Europa volgt. Zeggen dat er pijnloze remedies bestaan en dat men zomaar schulden van een land kan kwijtschelden, dat is demagogie. Wie de schulden van een land kwijtscheldt, moet dat natuurlijk ook voor andere landen doen. De Europese constructie is precies dat er een gezamenlijk project is waarbij men gezamenlijk tot beslissingen komt, dat instellingen door wetgeving zijn gebonden en dat verordeningen moeten worden gerespecteerd. Dit akkoord is natuurlijk fragiel en niets garandeert dat men in de volgende maanden of jaren tot meer economische groei of tot aflossing van schulden kan komen. Dit is geen wet van Meden en Perzen. Economie is geen exacte wetenschap, maar hangt af van mensen en instellingen. Bovendien, niets is onomkeerbaar, ook niet in de economie. Wat wel duidelijk is, dat is dat nu de weg is getoond van de verantwoordelijkheid. Nu zijn er meer garanties dat Griekenland, zoals Spanje en Portugal eerder, die weg zal opgaan, alsook de weg van de austeriteit. De solidariteit is gegarandeerd. Europa is altijd stap voor stap opgebouwd. Wij moeten ervoor zorgen dat iedereen op termijn meekan, zoals an ever-closer union. Dan moet iedereen zich aan de spelregels houden.

De christendemocraten, hebben altijd geijverd voor een federaal Europa. Ik hoor mevrouw Onkelinx nu pleiten voor meer bevoegdheden op Europees vlak, dat het sociaaleconomisch en fiscaal beleid meer op Europees vlak moet worden gevoerd. Europa telt 28 lidstaten, de eurozone 18. Men moet dan ook aanvaarden dat een bepaald beleid wordt uitgevoerd en niet à la tête du client wordt herzien. Ik betreur dat het beleid dat de jongste jaren is gevoerd, met een versterking van de coördinatie, op dit ogenblik in vraag wordt gesteld. Het intergouvernementele Europa heeft zijn verantwoordelijkheid genomen. Vroeger waren het Schmidt en Giscard d’Estaing, Kohl en Mitterrand, en nu Merkel en Hollande. Frankrijk en Duitsland hebben de leiding genomen. De een is een socialist, de ander is een christendemocraat. In de tijd van Mitterrand en Kohl was dit ook zo. Het was ook zo met Schmidt en Giscard d’Estaing. Ondanks de politieke meningsverschillen, die bestaan tussen het Noorden en het Zuiden, tussen Frankrijk en Duitsland, tussen ons en andere landen in Europa, heeft men steeds overeenkomsten kunnen bereiken.

Wij als christendemocraten zijn met Leo Tindemans, en daarna met Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene en Herman Van Rompuy steeds de motor geweest van Europa. Vanuit socialistische zijde waren er Jacques Delors en Karel Van Miert. Vanuit liberale zijde waren er Guy Verhofstadt en Louis Michel. Dit zijn allemaal mensen die op Europees vlak hun verantwoordelijkheid hebben genomen.

Ik betreur dat er in dit Parlement geen consensus meer is, dat de Europese politiek die België altijd heeft gevoerd om louter partijpolitieke redenen wordt doorbroken. U loopt nu met demagogie en populisme in het zog van een aantal communistische sympathisanten in Griekenland.

De vraag is gesteld of dit debat eigenlijk nog wel zin had. Natuurlijk heeft dit debat zin. Wij tonen hiermee aan dat een meerderheid achter de regering, de eerste minister, de minister van Financiën en de minister van Buitenlandse Zaken staat. Wij staan achter dit beleid. Voor ons zou de Grexit een politieke mislukking zijn voor Europa. Wij steunen de Belgische regering want als de euro faalt dan faalt Europa.

Mijnheer Hedebouw, toen ik gisteren naar  televisie keek, stelde ik vast dat sommige krachten aan het werk zijn en dat een aantal personen de euro kapot willen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de Griekse parlementsvoorzitter, mevrouw Zoe Konstantopoulou. Zij willen de euro kapot. Zij willen eigenlijk het einde van de euro met alle chaos van dien. Zij willen terugkeren naar de nationale munten. Dit genereuze project zullen wij niet laten kapotmaken door een aantal marginale figuren in een aantal landen. De Europese constructie die zo moeizaam is opgebouwd gedurende veertig jaar en de consensus die in dit Parlement, over de partijen heen, altijd heerste, zullen wij niet laten kapotmaken.