Interview Eric Van Rompuy in Het Nieuwsblad (06.05.2015)
Sommigen beweren dat Eric Van Rompuy steeds vaker eenzaam door de gangen van de Kamer schuifelt. Dat er met zijn mening niet al te veel rekening moet worden gehouden. Sommigen zeggen dat hij al maanden zure oprispingen heeft ‘en een doosRennies zou kunnen gebruiken’. Maar verzuurd voelt de oud-minister zich allerminst, zo zegt hij. De vaak giftige blog die hij elke zondag de wereld instuurt, is ook voor de CD&V-maag niet altijd even vlot verteerbaar. ‘Maar’, spreekt Van Rompuy met bijna rustige vastheid, ‘Ik sta er toch maar. Nog altijd. En ben ik ook niet de voorzitter van de Kamercommissie Financiën en Begroting en van de CD&V-werkgroep over de tax shift? Als men mij niet zou vertrouwen, zou men mij dat niet laten doen.’
De kritiek van de andere partijen dan, die hem wel eens als ‘irrelevant’ aan de kant durven te schuiven? ‘Als parlementslid moet je in alle loyaliteit met je partij en met de meerderheid – je eigen mening duren te geven. Dat valt niet altijd even goed, maar daar kan ik tegen. En als ik kritiek geef, dan zie ik dat iedereen op mij begint te schieten. Dat is toch een teken dat ik er nog toe doe?’
U veroorzaakte deze week zelfs commotie in uw eigen commissie, tot ongenoegen van uw meerderheidspartners.
‘Ik meng me zeker niet altijd actief in de debatten. Maar een voorzitter is ook geen notaris. Open VLD en N-VA roepen voortdurend op tot een belastingverlaging in plaats van een loutere verschuiving. Ze willen besparingen in de sociale zekerheid of bij de overheid, maar dat is nu niet aan de orde. Ik heb daarom, voor de duidelijkheid, nog even de CD&V-krijtlijnen geschetst: de competitiviteit van onze bedrijven en de rechtvaardigheid voor de burgers zijn de uitgangspunten.’
Gelooft u nog dat uw coalitiepartners bereid zijn tot iets meer dan een symbolische stap?
‘Begin dit jaar heeft de premier gezegd dat er tegen de zomer een bijkomende tax shift zou komen met aan de ene kant een verlaging
van de lasten op arbeid en aan de andere kant een belasting op kapitaal, consumptie en milieuvervuiling. Maar als Open VLD nu zegt dat een vermogenswinstbelasting niet kan en een andere ziet een BTW-verhoging niet zitten, dan kan dat natuurlijk niet. Iedereen zal water bij de wijn moeten doen.’
De vakbonden willen evenmin een btw-verhoging.
‘Het zal niet met een ecotaks en een vermogenswinstbelasting alleen zijn dat we nu een paar miljard zullen ophalen. Consumptie wordt in ons land veel minder belast dan het Europese gemiddelde. Als we onze btw tot dat niveau optrekken, komen we al aan 3 miljard. En het klopt ook niet dat een btw-verhoging per se ten koste moet gaan van de lage inkomens. Het is een discussie die we moeten voeren. Maar het is niet met oekazes vanuit dierentuinen of andere pretparken dat we tot een compromis zullen komen.’
Uw partij blies onlangs toch ook verzamelen in Planckendael?
‘Ja, maar onze voorzitter heeft daar niets gezegd over de tax shift. We hebben ons daar alleen geconcentreerd op de pinguïns.’
N-VA-voorzitter Bart De Wever wil niet raken aan bedrijfswagens of onroerend goed.
‘Hij wil ook niet besparen op defensie of veiligheid. En Open VLD wil besparen op sociale zekerheid, maar niet bij Maggie(De Block, nvdr.), want zij heeft haar deel zogezegd al gedaan. Als iedereen zijn taboes op tafel legt, dan zal de regering die moeten verzoenen.’
Voor de grote ondernemingen moet u het niet meer doen. VOKA laat de tax shift liever voor wat hij is.
‘Zeer opmerkelijk. Jarenlang kon je nergens gaan spreken voor ondernemers zonder dat jegematrakkeerd werd over de te hoge loonkosten, inclusief dreigementen dat ze naar het buitenland zouden verhuizen. Vervolgens neemt deze regering eindelijk maatregelen zoals een indexsprong en een verlaging van de sociale bijdrage. Nu wil ze nog de patronale bijdrage verlagen van 33 naar 25 procent om de bedrijven competitiever te maken en de werkgelegenheid aan te zwengelen. En uitgerekend datzelfde VOKA gaat nu op de rem staan.’
Weet u ook waarom?
‘Wellicht zijn de VOKA- ondernemers bang dat er als compensatie voor de loonlastenverlaging een meerwaardebelasting zal komen. En dan hoeft het blijkbaar niet meer voor hen. Maar met CD&V pleiten wij wel voor een belasting bij meerwaarde van verkoop van bedrijven en grote aandelenpakketten en bij omvangrijke vastgoedtransacties. Maar we waken er wel over dat we de groei van jonge bedrijven of spin-offs niet bemoeilijken.’
Uw partij lijkt wel stilaan geïsoleerd met die budgetneutrale tax shift. De drie anderen denken aan een belastingverlaging.
‘Ik heb minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) dat nog niet horen zeggen. We moeten in 2018 een begroting in evenwicht hebben. Daarvoor moeten we op federaal niveau nog eens 4 à 5 miljard vinden. Nu al nog eens bijkomende besparingen aankondigen lijkt me heel voorbarig.’
‘De Wever zegt dat een besparing op de sociale zekerheid kan zonder iemand te treffen, door de mutualiteiten en vakbonden weg te halen als uitkeringsorganen. Dat stoort ons natuurlijk, net zoals wanneer hij ons in de hoek zet als belastingspartij. Maar hebben wij de bedrijfswagens geviseerd of willen wij de huiseigenaren met een of twee woningen zwaarder belasten? Ik dacht het niet. Binnen de regering doen de N-VA ministers hun werk, maar van buitenaf plaatst De Wever in een steeds hoger tempo zijn banderilla’s. Dat weegt op de werking van de regering.’
In die mate dat ze de rit eventueel niet zal uitdoen?
‘Deze discussie over de tax shift zal daarvoor een heel belangrijke horde zijn. We moeten leren leven met de stratego van De Wever. Telkens hij ergens naartoe trekt of in een televisiestudio zit, houden we ons hart vast. Zijn finaliteit is gewoon anders dan die van ons. Voor N-VA is deze federale regering maar iets voorlopig, tot ze vanaf 2019 echt aan zet zijn. Ze hopen dat PS de regionalistische tour opgaat en hun bondgenoot wordt richting confederalisme. Ze horen niet graag dat ik het zeg, maar ze benadrukken het zelf voortdurend. Zelf hebben ze geen enkele verdienste aan de zesde staatshervorming waar Geert Bourgeois nu kan mee pronken. Schotten en Basken kunnen daar alleen maar van dromen.’
N-VA noemt die staatshervorming een kakofonie en absoluut onvoldoende.
‘Waar halen ze het? Gelukkig zijn mijn voorzitter Wouter Beke en vicepremier Kris Peeters beleefde jongens. Ik ben onbeleefd: N-VA heeft in haar dertienjarig bestaan nog geen gram bijgedragen tot meer autonomie. Daarmee vergeleken is mijn Vlaams palmares heel goed gevuld. Ik hoef dus op dat vlak geen lessen te krijgen van iemand als Kamerfractieleider Hendrik Vuye.’
Voelt u zich goed in deze meerderheid?
‘Ik voel mij nooit echt goed in een meerderheid. Er moet altijd een spanningsveld zijn tussen parlementairen en regering. Maar nu is er een soort wantrouwen dat ik nog nooit gevoeld heb. En deze regering is nog maar acht maanden bezig, hé. Anderzijds, we wilden ook niet verder met PS. We hadden wel graag CDH erbij gehad, maar goed, we zullen er het beste van maken.’
U schrijft dat u zich opnieuw ‘in het hart van de politiek’ bevindt. Hoe lang was dat geleden?
‘Nog niet zo lang. Op Brussel-Halle-Vilvoorde heb ik me ook volledig kunnen uitleven. Met dat truitje van Splitsen Nu heb ik acht jaar de Gordel gereden. Ik hoop dat het met de tax shift minder lang duurt(lacht) Neen, ik heb me een tijdje minder gevoeld in de partij, maar dat gaat nu weer veel beter.’
Wat is het verschil met toen?
‘Beke waardeert andere persoonlijkheden. Hij luistert naar zijn parlementairen en respecteert dat ze een andere rol hebben dan de regeringsleden of de voorzitter. Yves Leterme had dat absoluut niet.’
Toch zegt ook uw fractieleider Servais Verherstraeten: ‘Eric heb ik niet onder controle.’
(lacht) ‘Ja, dat zal wel. Maar dat wist hij toch op voorhand toen ik naar de Kamer kwam. Ze hebben mij ooit de jager van Kurpfalz genoemd.(draagt voor): Die rijdt aldoor het groene woud en schiet het wild omheen gelijk het hem bevalt.’
Hoe ziet uw leven na de politiek eruit?
‘Ik kan me dat leven moeilijk voorstellen. Mijn vrouw is trouwens tien jaar jonger, mijn dochter nog maar 21. Maar deze legislatuur loopt normaal nog tot 2019. Dat ik vorig jaar opnieuw verkozen werd, vanop een strijdplaats, heeft me meer plezier gedaan dan toen ik in 1995 minister werd.’
‘Ik heb in 2013 een zware hartoperatie ondergaan. Toen ik mijn cardioloog vroeg of ik zo’n kiescampagne op het scherp van de snede nog zou aankunnen, zei hij:Je moet omgekeerd redeneren. Stel dat je niét meedoet en je zit thuis te kijken naar hoe die andere misschien wel verkozen wordt. Dan ga je misschien nog meer afzien. En ik beklaag het me zeker niet.’
Tekst hannes cattebeke en farid el mabrouk