Een jaar Kamer

1 jaar geleden werd ik verkozen in de Kamer. Ik blijf het één van de mooiste momenten vinden van mijn parlementaire loopbaan. “Five more years” en de overstap van het Vlaams Parlement naar het Belgisch Parlement is verlopen zonder veel aanpassingsproblemen. Integendeel, ik voel er mij goed en als voorzitter van de Commissie Financiën heb ik mijn plek overgenomen van het VP.

Alleen Patrick Dewael is overgebleven van de generatie waarmee ik in 1985 in het halfrond van de Kamer zat.  Van de generatie van 1995 – toen ik de Kamer verliet-  zie ik daar nog enkel Di Rupo, Onkelinx, Dewael, Reynders, Vande Lanotte, Van Mechelen en Van der Maelen zitten. Van de CD&V-fractie van 1995  ben ik de enige overlevende!

Het is wel wennen aan de vele nieuwe gezichten maar de jongere collega’s  stellen vast dat ik aan strijdbaarheid niet veel heb ingeboet.

Er  hangt in de Kamer wel een vreemde sfeer door de dominante  onafhankelijkheidspartij die N-VA nog steeds beweerd te zijn en de Zweedse coalitie die maar steunt op een forse minderheid in Wallonië.

Een Belgische Kamer die voorgezeten wordt door iemand die deze instelling wil doen verdwijnen en geen toekomst ziet voor de Belgische structuren, blijft een contradictio in terminis. De Belgische gezagsdepartementen die worden geleid door N-VA’ers die  op termijn willen aantonen dat het Belgisch systeem niet kan functioneren : het is Magritte op zijn best.

Op het politiek functioneren van Bracke, Jambon, Van Overtveldt en Vandeput  valt weinig aan te merken; ze doen correct hun job en zijn loyaal aan de instellingen maar de schaduw van het separatisme blijft over dit Parlement hangen. Dit wordt ook voortdurend gevoed door uitspraken van Bart De Wever en de fractieleider van N-VA Hendrik Vuye.

Deze verklaarde dit weekend in Le Soir: « nous ne démontrons  pas que la Belgique fonctionne mais bien que les recettes flamandes fonctionnent. » Met   weer een verwijzing naar de transfers : « Les Flamands se demandent  ce que les Wallons font de cet argent. » Ze verdedigen hun aanwezigheid in de federale structuren zonder staatshervorming met het argument : « On impose à la Belgique la politique libérale de la N-VA et les autres formations de la majorité. » N-VA laat het ook niet na elke dag opnieuw de zesde staatshervorming af te branden : « une cacophonie institutionnelle ». Voortdurend houden deze uitspraken  kritiek in op CD&V die er wel voor gezorgd heeft dat Vlaanderen na de zesde staatshervorming  beschikt over een graad van autonomie die in Europa zijn gelijke niet heeft in federaal verband. Minister-President Bourgeois is fier op zijn 40 miljard euro aan bevoegdheden voor Vlaanderen en pronkt  hiermee als een staatshoofd in het buitenland maar wie heeft hiervoor gezorgd?

N-VA heeft in haar 13-jarig bestaan nog geen gram bijgedragen aan de Vlaamse autonomie. Integendeel, elke Vlaamse staatshervorming werd afgebrand. Binnen CD&V is men deze kritiek meer dan beu maar we weten al lang dat N-VA zich van haar regeringspartners niet veel aantrekt en ze alleen bezig is met het verantwoorden van haar eigen positionering in een België waarin ze nu mee besturen.

Men geeft ook de indruk dat dit land door liberalen wordt bestuurd, terwijl CD&V een partij is die poogt te besturen vanuit een sociale centrumpositie en voor wie het sociaal overleg belangrijk is in een saneringsbeleid.

Dit weekend opent De Wever opnieuw het debat over de sociale zekerheid. De structuren moeten worden aangepakt en dan heeft hij het over de rol van de vakbonden en mutualiteiten als uitkeringsorganen van werkloosheid en ziekteverzekering.  “Als die tussenstructuren verdwijnen zal de efficiëntie van de SZ worden verhoogd en kan er worden bespaard zonder te raken aan de mensen die het echt nodig hebben”. Het is hier weer CD&V die geviseerd wordt omdat ze nauwe banden heeft met ACV en CM en op de rem zou staan om deze structuren door te lichten.

CD&V heeft steeds gesteld dat de tax shift budgettair neutraal moet zijn en geen aanleiding mag zijn tot nieuwe besparingen in de SZ. In de komende jaren zal de federale overheid nog 6 miljard saneringsmaatregelen moeten nemen om tegen 2018 een nultekort te bereiken. Nieuwe besparingen ook in de SZ zijn hiervoor onvermijdelijk maar niet in het kader van de tax shift van deze zomer.

CD&V heeft het opgegeven om hiertegen te  reageren maar de N-VA- uitspraken voeden steeds opnieuw het wantrouwen dat weegt op deze parlementaire meerderheid. Ook onder Kamerleden van de meerderheid voelt men die gespannen sfeer. Die heb ik in mijn dertigjarige carrière in de diverse parlementen nooit meegemaakt. De Vlaamse partijen voeren een concurrentiestrijd alsof de verkiezingen morgen voor de deur staan. Gaat men dit 4 jaar volhouden zonder dat er ongelukken gebeuren?

Ook met de tax shift is er die onderhuidse spanning met N-VA. De Wever wil met “open vizier” het debat aangaan maar formuleert elk weekend een ander veto. Hierbij insinueert hij – evenals Gwendoline Rutten- vootdurend dat CD&V met de tax shift de belastingen wil verhogen ( tax lift). CD&V heeft steeds gesteld dat het gaat om VERSCHUIVINGEN van lasten op arbeid naar belastingen op consumptie, inkomens uit vermogen en ecofiscaliteit, maar wij hebben steeds gesteld dat hierdoor de globale fiscale en parafiscale druk NIET mag stijgen.

Ook heeft CD&V bij de uitgangspunten van de tax shift steeds gesteld dat de kleine spaarder, belegger, KMO’er en huiseigenaar niet de dupe mag zijn van deze fiscale hervorming. Met zijn uitspraken insinueert De Wever dat CD&V dit wel beoogt, wat totaal niet het geval is.

Het wordt hoogtijd dat Minister Van Overtveldt zijn kaarten op tafel legt over de tax shift. Hij sprak enkele weken terug over 5 miljard. Bij CD&V zijn we klaar met onze werkgroep Tax shift. Het is nu aan Van Overtveldt en de Eerste minister om voorstellen te doen.

Opvallend deze week was ook de uitspraak van VOKA-voorzitter Michel Delbaere ( die De Wever ooit zijn “baas” noemde), die een tax shift niet langer nodig vindt. Hij vindt het competitiveitsprobleem en een verlaging van de lasten op arbeid niet belangrijk meer en vreest dat een tax shift een meerwaardebelasting zal invoeren die de ondernemingen zal treffen in hun groei. Exit de zo gevraagde verlaging van de patronale bijdrage van 33% naar 25%.

In haar standpunt heeft CD&V steeds gesteld dat het moet gaan om de omvangrijke gerealiseerde meerwaarden bij verkoop van aandelen en vastgoed maar dat het geen signaal  mag zijn om jonge ondernemingen, KMO en  innovatieve groeibedrijven in de creatie van hun toegevoegde waarde af te romen.

De grote Vlaamse bedrijfsleiders, die bij ons jarenlang (terecht) hebben aangedrongen op een verlaging van de arbeidslasten, zijn nu bang dat ze met de meerwaardebelasting in hun persoonlijk vermogen worden getroffen. Ze vrezen voor hun “portemonnaie”  terwijl ze enkele maanden terug een indexsprong voor de werknemers “peanuts” vonden. Wat een ontgoochelende houding van werkgevers die zich steeds opwierpen als de verdedigers van het algemeen belang. Blijkbaar vreest VOKA dat een meerwaardebelasting het vermogen van de Delbaeres, Couckes, Balcaens en Vandeurzens zal aantasten en daarom wordt de tax shift best in de koelkast gezet en zijn een verlaging van de arbeidslasten niet meer belangrijk.

Eigenaardig dat op deze “standpunt-shift” van VOKA amper gereageerd wordt in de politiek en de media.

Voor CD&V heeft de tax shift naast een competitiviteitsagenda ook een rechtvaardigheidsagenda. Als dit aspect niet aan bod mag komen, komt de hele operatie van de tax shift op de helling.

Rik Daems noemde vorige week de meerwaardebelsting “ une bêtise”.

Patrick Dewael gaat dit weekend in het HLN nog een stap verder. “Eerst de overheidsuitgaven doen dalen vooraleer te praten over een tax shift en in ons belastingsysteem dragen de sterkste schouders nu al de zwaarste lasten.” Dus is er voor VLD geen shift nodig naar een meer rechtvaardige fiscaliteit.

CD&V staat hier blijkbaar meer en meer geïsoleerd maar voor ons blijft “fairness” een wezenlijk onderdeel vormen van de tax shift.

Als voorzitter van de commissie Financiën en voorzitter van de CD&V-groep tax shift hoop ik  deze zomer mijn terugkeer in de Kamer te kunnen vieren met een politiek akkoord over de tax shift maar met de week krimpt mijn geloof in de slaagkansen van dit zo noodzakelijk project voor onze economie en werkgelegenheid. Ook moet het maatschappelijk draagvlak worden versterkt voor de saneringsmaatregelen die ons in de volgende jaren nog wachten.

1 jaar Kamer en om Frank Sinatra opnieuw te citeren: “The Best is Yet to Come” en ik blijf trouw aan “ I did it my way”.