Mijnenveld

De weekendkranten hebben weer hun “incident” opgeleverd.

In  De TIJD verklaart minister Van Overtveldt dat de taxshift in de eerste plaats een verschuiving moet inhouden van de lasten op arbeid naar consumptie. Hierbij geeft hij de indruk dat een vermogenswinstbelasting in de timing niet zo urgent is. Hij kreeg hierover onmiddellijk de linkse oppositie en het ACV over zijn dak. Zijn interview wordt geïnterpreteerd als een op de lange baan schuiven van deze vermogensbelasting.

Als voorzitter van de Commissie Financiën in de Kamer kan ik getuigen dat  Johan Van Overtveldt  het uitstekend doet in de Kamer. Hij kent zijn dossiers en dient oppositie en meerderheid steeds op een goed geargumenteerde wijze van antwoord. Deze week antwoorde hij op correcte wijze op vragen over een vermeende nieuwe ronde van fiscale amnestie en over de ARCO-zaak. Hij is een duidelijke aanwinst voor de politiek maar hij kan blijkbaar zijn gewaad van journalist niet afleggen.

De Europese Commissie en de OESO gaven deze week goede punten aan de Belgische regering en de minister van Financiën : voor 2015 zitten we op koers om de Europese doelstellingen inzake begroting  te halen.

De OESO herhaalde in zijn rapport  ook de noodzaak van een taxshift om de lasten op arbeid te verminderen en pleitte in dit verband voor een verschuiving van de belasting op arbeid naar consumptie, vermogen en milieu.

Binnen de regering was nochtans afgesproken om in de pers geen verklaringem meer af te leggen over de inhoud, de omvang en de timing van de taxshift. Het is een mijnenveld waar elk voorstel opnieuw zorgt voor nieuw buskruit.

Toch doet van Overtveldt weer wat hij blijkbaar niet laten kan: verklaringen afleggen in de pers vooraleer het debat hierover in de regering en de meerderheid is beslecht.

Over een verhoging van de BTW-tarieven bestaat veel  discussie. Het standaardtarief van de BTW in België ( 21%) ligt op het Europees gemiddelde maar  België kent veel uitzonderingen op dit tarief en kent vele vrijstellingen en gereduceerde tarieven.De zgn. revenue ratio ( de verhouding tussen de eigenlijke BTW-ontvangsten en de theoretische ontvangsten bekomen door de finale consumptie te vermenigvuldigen met het gewone BTW-tarief) ligt in België op 48%  t.a.v. het OESO-gemiddelde van 56%. Onze belastbare basis ligt laag. In vergelijking met andere EU landen wordt de consumptie in België minder belast en zijn er veel uitzonderingen op de hogere tarieven.

In het kader van een taxshift kan inderdaad gesproken worden over BTW-tarieven maar dan moeten alle elementen in rekening worden gebracht ook de rechtvaardigheidsaspecten. Het middentarief van 12% doen dalen naar 8% en het tarief van 6% ( bv.voeding) verhogen naar 8%  is niet inkomensneutraal  hoewel studies uitwijzen dat hier ook genuanceerd moet worden over nagedacht omdat hogere inkomens vaak meer consumeren ook bv. aan voeding. Herverdeling via lagere tarieven zijn niet altijd een goed idee.

Het is dan ook niet verstandig van Van Overtveldt om in dit stadium van de discussie over de taxshift uitspraken te doen over BTW-tarieven. Achter elke tarief schuilen immers econonomische belangen en sectoren en inkomensgroepen die nauwkeurig de incidenties berekenen op hun koopkracht. Ballonnetjes in de media hierover werken contraproductief.

Anderzijds blijft hij terughoudend om een mogelijke vermogenswinstbelasting naar voren te schuiven. “Je moet er mee rekening houden dat sommige kapitaalbelastingen hun doel voorbijschieten. Je kan één keer een feestje bouwen. Maar de tweede keer is het kapitaal weg.” Hij geeft ook de indruk het debat hierover wat op de lange baan te willen schuiven.

“Eerst de consumptie aanpakken” was de titel in de krant maar dat is niet de afspraak die in de regering is gemaakt.

Intussen wachten wij in de Kamer reeds enkele weken op zijn voorstel over de bankentaks en de doorkijktaks. Deze waren voorzien in de taxshift van het Regeerakkoord en de opbrengst voorzien in de begrotingen van 2015 en 2016. Vooral de doorkijktaks is belangrijk  in het kader van het bestrijden van de internationale belastingontwijking. Deze zgn. Kaaimantaks moet een instrument zijn tegen het plaatsen van kapitaal in vennootschappen in  fiscale constructies in belastingparadijzen zoals de Kaaimaneilanden.

Van Overtveldt heeft natuurlijk het recht om zijn persoonlijke opvatting over de taxshift te uiten maar bemoeilijkt hij hierdoor niet het akkoord dat hierover moet tot stand komen binnen de regering? Zeggen dat de taxshift  5 miljard kan opbrengen ( gespreid over 5 jaar) en tegelijk de mogelijke opbrengst van belastingen op vermogen en milieu minimaliseren geeft de indruk dat we naar een forse verhoging gaan op de belasting op consumptie. Dat leidt tot reacties bij de andere politieke partijen en vakbonden en werkgevers. De Horeca kreeg vrijdag jl. het perspectief dat de BTW-tarieven  mogelijks zouden  kunnen dalen en vandaag het signaal van de minister van Financiën dat ze kunnen verhogen. Het ACV heeft het over een aanslag op de koopkracht. Nochtans was de afspraak dat hierover allen werd gecommuniceerd in de schoot van de regering.

In het Kamerdebat over de beslissing van de ECB  over de QE ( het massaal opkopen van overheidsobligaties)  gaf ik kritiek op Van Overtveldt omdat hij in een persinterview had gesteld dat de ECB met haar politiek  “ een aanslag pleegde op het spaargeld”. Hij nuanceerde achteraf deze uitspraak en zei dat hij  loyaal  zou meewerken aan de uitvoering van de beslissing van de ECB . Deze week komt de Gouverneur van de NBB, Luc Coene, samen met de minister van Financiën in de Kamercommissie  uitleg geven over de politiek van de ECB omdat ik er als voorzitter geen enkel misverstand wil laten bestaan over de houding van België. Ik blijf bij mijn vraag : waarom moest Van Overtveldt een uitspraak doen over een beslissing van de ECB waar onze Nationale Bank en de regering in de feiten achter staan? We gaan naar moeilijke maanden voor de Euro en het monetair klimaat door de Griekse crisis , ook hier is het voor een minister van Financiën op eieren lopen.

De regering Michel heeft tot hiertoe een goed parcours afgelegd op financieël en budgettair vlak. Goede punten van Europa in het kader van het groei-en stabiliteitspact zijn hiervan het beste bewijs. De genomen structurele saneringsmaatregelen hebben een duidelijk effect op ons begrotingssaldo.

Ook de minister van Financiën deed uitstekend werk maar in de volgende maanden zal hij meer discretie aan de dag moeten leggen over de intenties van de taxshift wil hij met resultaten komen die zowel de politieke fracties als de sociale partners kunnen overtuigen van een meer rechtvaardige fiscaliteit en van een belastingsverschuiving  die de economische groei en de tewerkstelling kan stimuleren.

De regering deed aan de groep van 8 de belofte dat de verschuiving van lasten ( taxshift) een eerste impact zal hebben in de periode 2015-2016. Zowel naar inhoud als naar timing moeten de engagementen worden nagekomen. Ook in het Parlement wacht CD&V op concrete wetsontwerpen van de Regering om deze taxshift concrete gestalte te geven.  Ook binnen CD&V zijn wij ver gevorderd met concrete voorstellen terzake maar we behouden de primeur hiervan voor onze regeringsleden.

Als voorzitter van de werkgroep TAXSHIFT kijk ik met spanning uit naar deze fiscale hervorming en als voorzitter van de COM FIN in de Kamer verwacht ik  concrete regeringsontwerpen in de volgende maanden. Ze moet alle elementen bevatten van een echte taxshift en die moet gaan over lagere  arbeidslasten en een verschuiving van lasten op consumptie, vermogen en milieu. Dat is de afspraak.