Moment van 2015

Tijdens de afgelopen week stond ik voor het eerst in 20 jaar weer op de sprekerstribune in de Kamer. Het deed deugd terug te zijn en het was meteen raak. De oppositie onderbrak mij voortdurend zodat ik bijna 1 uur op de tribune stond. FIVE MORE YEARS: ik denk dat het nog boeiende jaren worden.

In mijn tussenkomst verdedigde ik het begrotings- en inkomensbeleid van de regering. Uit cijfers van de Nationale Bank en experts blijkt dat de indexsprong – gecorrigeerd met de verhoogde aftrek voor beroepskosten – netto amper voor koopkrachtverlies zal zorgen bij de loontrekkenden. In 2015 is de operatie neutraal en in 2016 zal een gemiddeld netto-maandinkomen van 2000 euro amper 8 euro per maand minder verdienen. Tegen 2019 zal volgens de NBB het reeël beschikbaar inkomen van de Belg  door de indexsprong amper met 0,4 % verminderen terwijl deze maatregel kan zorgen voor 33.000 banen extra. Samen met de sociale lastenverlaging in 2016 zal de loonkostverlaging de creatie van 60.000 jobs extra mogelijk maken boven de verwachte spontane 160.000 banen als gevolg van de economische groei.

Tussen een beperking van de loonkosten en banencreatie bestaat geen mathematisch verband; op korte termijn zullen de winsten van de bedrijven door de lagere personeelskosten toenemen maar na een tijd onstaat hierdoor ruimte voor investeringen en jobs.

Met dit ABC van de economie heb ik de oppositie niet kunnen overtuigen. Integendeel. Hun stelling is dat enkel meer koopkracht en privé-consumptie de economische groei kan stimuleren en meer jobs kan creëren. Ook verwerpen socialisten en groenen de meeste besparingen in de sociale zekerheid en het overheidsapparaat zodat we onmogelijk de Europese begrotingsdoelstellingen kunnen halen.

Het alternatief van Groen-Ecolo voorziet in belastingverhogingen met 8,5 miljard euro. Dit is 80% van de saneringsinspanningen die België moet leveren om tegen 2018 het gevraagde nultekort te halen. Groen stelt voor een belasting in te voeren voor vermogens boven 250.000 euro (de eigen woning inbegrepen!). Hierdoor zal de gewoon werkende Vlaming en de gepensioneerden (die  meestal een eigen huis hebben) nog veel meer worden getroffen dan door de indexsprong.

Als ik de fractieleider van Groen in het parlementair debat met deze cijfers confronteerde, werd hij ontzettend boos. Kristof Calvo gaat terecht door als één van de grote beloften van de Belgische politiek  maar hij zal met andere argumenten moeten  komen opdraven om mij op het canvas te krijgen. Wij zullen nog vaak de degens kruisen. Hij weze gewaarschuwd.

Bart De Wever vindt CD&V “ een groot probleem” en heeft het volgende verklaard: “als CD&V niet met ons meefietst, zullen we op een bepaald moment met de voeten in de spaken terechtkomen en vallen”.

Het is duidelijk dat BDW de parlementaire besprekingen niet heeft gevolgd. Hij komt alleen voor de stemmingen en neemt niet deel aan het inhoudelijk debat.Te min voor hem?  CD&V heeft zowel in de commissie Financiën en Begroting als in de plenaire vergadering met kracht het regeringsbeleid verdedigd. Als Commissievoorzitter kreeg ik in de plenaire vergadering  zelfs complimenten van de minister van Financiën, Johan Van Overtveldt, voor de leiding van de werkzaamheden van de commissie. Wij gedragen ons correct en loyaal in het Parlement en in de regering. Ik heb trouwens mijn waardering uitgesproken voor de manier waarop Van Overtveldt zijn beleid in het Parlement heeft verdedigd en bewezen heeft dat hij een aanwinst is voor de Belgische politiek.

Kris Peeters poogt van zijn kant in moeilijke omstandigheden het sociaal overleg op gang te brengen om dit beleid een groter sociaal draagvlak te geven. Peeters en Beke zijn zeker niet bezig de stekker uit de regering te trekken. Integendeel, zonder het herstel van de sociale dialoog zal dit land geen stabiel sociaal-economisch klimaat kennen  en dat  is een basisvoorwaarde voor meer economische groei en werkgelegenheid.

De Wever is de man van de polarisatie. Dat heeft hem groot gemaakt. Eerst de polarisatie tussen Vlamingen en Franstaligen,  dan tussen hem en Di Rupo en nu tussen links en rechts. CD&V past niet in dat plaatje van confrontatie tussen groepen in de samenleving. N-VA wil verdelen, CD&V wil verenigen. Vandaar onze inspanningen voor een sociaal contract en overleg. Vandaar ook onze vraag naar een meer rechtvaardige fiscalilteit. In de Kamer zei ik dat “ BDW niet moet denken dat hij ons de les moet komen spellen vanuit Antwerpen.” Als hij het allemaal beter weet en kan, moest hij maar de leiding hebben genomen van de regering. Kris Peeters en Wouter Beke zijn (meer) beleefde jongens dan ik maar denken er net hetzelfde over.

No austerity without soldarity” zegt de Amerikaanse econoom James Galbraith ( zoon van John Kenneth Galbraith) in zijn nieuw boek “ The end of Normal”. Ook in België moet het soberheidsbeleid gepaard gaan met solidariteit. Het is in deze context dat CD&V pleit voor een meer rechtvaardige fiscaliteit met o.m. een vermogenswinstbelasting.

Wij verdedigen met volle overtuiging de saneringsmaatregelen in de inkomens en de sociale zekerheid maar om hiervoor een maatschappelijk draagvlak te krijgen, zijn maatregelen noodzakelijk  om de hoge vermogens extra te belasten.

Volgens De Tijd bracht ik  op 17 november 2014 dit thema  op de politieke agenda door mijn uitspraak in de Commissie Financiën en Begroting : “ Ik weet niet meer waar de regering naartoe wil met een taxshift. De uitspraken hierover van regeringsleden zijn een kakofonie.”. De Tijd noemde deze uitspraak één van de 14 momenten van 2014:

“CD&V-oudgediende Eric Van Rompuy mistte zijn rentree in de Kamer niet. Als voorzitter van de Commissie Financiën vroeg hij de minister van Financiën Van Overtveldt, toen die zijn beleidsverklaring in de Kamer kwam toelichten, meer duidelijkheid over de taxshift. Zo strooide Van Rompuy vanuit de meerderheid zout in de wonde. Door de interne verdeeldheid over de taxshift, een verschuiving van de lasten op arbeid naar vermogen, nam de centrumrechtse coalitie een valse start. De perceptie die werd gecreëerd, is dat de regering de lasten niet eerlijk verdeelde. De vermogenden werden ontzien.”.

Inmiddels is het duidelijk dat de discussie over de vermogenswinstbelasting op de agenda staat van regering en Parlement. Wanneer de regering in maart 2015 opnieuw een budgetcontrole moet doorvoeren om de begrotingsdoelstellingen te halen, zullen er nieuwe inspanningen moeten worden gevraagd. De grote vermogens zullen hiervoor een bijdrage moeten leveren. Een taxshift van arbeid naar vermogen is dan onvermijdelijk.

Wouter Beke heeft mij gevraagd hierover een werkgroep voor te zitten die de contouren van een taxshift moet omschrijven en concrete voorstellen moet doen rondom een VermogensWinstBelasing ( VWB). Tijdens het begrotingsdebat is gebleken dat de fractieleiders Vuye (N-VA) en Verherstraeten (CD&V)  hierover op dezelfde golflengte zitten en ook VLD de deur niet helemaal heeft gesloten. Het is fiscaal-technisch een moeilijke maatregel; er moet over worden gewaakt dat de kleine en middelgrote vermogens niet worden getroffen en de KMO’s niet worden geschaad. België moet een gunstig investeringsklimaat waarborgen ook op het fiscale vlak maar de excessen moeten eruit.

De VWB mag geen nieuw BHV worden. De discussie hierover heeft bijna 10 jaar geduurd (ik trok mijn gordeltruitje “splitsen NU” voor het eerst aan in 2004 …). Hopelijk wordt 15 maart 2015 het politiek moment van het jaar voor VWB. En de historicus Bart De Wever is ongetwijfeld vertrouwd met wat er met Caesar gebeurde op de Iden van maart. Historia magistra vitae