Na twintig jaar Vlaamse politiek zetelt Eric Van Rompuy (64) opnieuw in de federale Kamer. Als voorzitter van de commissie Financiën leidde de CD&V’er deze week de hoorzitting met minister Koen Geens. Hier maakt hij zijn balans op. Wie heeft in hem geïnvesteerd? Wie schreef hij af? Ging hij al in het rood?
Wie heeft in u geïnvesteerd?
‘Behalve mijn ouders natuurlijk mijn broer Herman, die me in contact heeft gebracht met politiek en filosofie. We hebben 28 jaar lang een kamer gedeeld. Er stond wel een muurtje tussen onze bedden, maar hij moest door mijn kamer om naar de zijne te gaan. Voorts zijn de jezuïeten van het Sint-Jan-Berchmanscollege in Brussel bepalend geweest. Hun adagium ‘plus est en vous’ heeft mijn persoonlijkheid gevormd.’
Wie zijn vandaag uw raadgevers?
‘Ik heb eigenlijk niet echt raadgevers. Na 37 jaar in de politiek doe ik de zaken op mijn manier, I did it my way. Bij grote beslissingen overleg ik wel met
mijn vrouw. Maar ik heb zelf beslist om bij de verkiezingen van 25 mei op een strijdplaats voor de Kamer te gaan staan en ik ben blij verkozen te zijn. Als voorzitter van de Kamercommissie Financiën werd ik donderdag teruggeslingerd in de tijd. Tussen 1985 en 1995 zat ik ook in die commissie. Het geeft mij grote vreugde dat de cirkel rond is.’
Hebt u ooit iemand afgeschreven?
‘Als voorzitter van de CVP-jongeren ben ik indertijd zwaar in de clinch gegaan met mensen als Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene. Ik ben nooit een intimus van hen geworden, maar we hebben die bladzijde wel omgeslagen. Dat is bijna met iedereen gelukt, behalve met Yves Leterme. Hij heeft mij in 2004 kaltgestellt door mij na jaren als oppositieleider geen minister te maken. Sindsdien heb ik nagenoeg geen contact met hem gehad.’
Bent u ooit in het rood gegaan?
‘In de jaren tachtig heb ik als jonge politicus enorm veel geïnvesteerd in mijn carrière. Tussen 1981 en 1988 heb ik aan zes verkiezingen deelgenomen. Na die laatste stembusslag heb ik beslist ook wat aan mijn persoonlijk leven te denken. Ik ben toen verliefd geworden op de vrouw met wie ik nog altijd getrouwd ben. Viviane was de secretaris van de Kamercommissie Financiën. Donderdag kwam ik niet alleen terug in de zaal waar ik als Kamerlid mijn eerste stappen deed, maar ook op
de plek waar ik verliefd ben geworden. Sindsdien ben ik nooit meer in het rood gegaan.’
Bent u ooit radicaal van koers veranderd?
‘Nee. Ik ben altijd zeer Vlaamsgezind geweest. Als jongerenvoorzitter streed ik tegen het Egmontpact, als parlementslid tegen de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Sociaal-economisch ben ik ook altijd op dezelfde lijn gebleven. Ik ben nooit van partij veranderd en altijd een koele minnaar geweest van het kartel met de N-VA omdat ik voor onze identiteit vreesde. Daar heb ik voor een stuk gelijk gekregen.’
Is uw persoonlijke balans in evenwicht?
‘Op persoonlijk vlak wel. Politiek gezien ligt dat anders. Daar moet je de balans niet zoeken, want politiek maakt niet gelukkig. We zitten opnieuw in een zeer onevenwichtige politieke situatie. De mogelijke coalities die nu op tafel liggen, enthousiasmeren mij niet. Er is geen houvast meer, terwijl we net een sterke regering nodig hebben die vijf jaar kan besturen. Een herhaling van de periode tussen 2007 en 2014 kunnen we ons niet permitteren. Toch vrees ik daarvoor.’
SAMYN STEVEN ■ DE TIJD 19 JULI