Onderzoekscommissie Optima

 

Tussenkomst in plenaire vergadering over het rapport van de onderzoekscommissie Optima

 

Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, het is nu 22.30 uur. Ik zal niet herhalen wat al gezegd is.

Ik moet toegeven dat ik sceptisch was toen ik het voorzitterschap van deze commissie heb aanvaard, omdat ik het op dat ogenblik een heel gepolitiseerde kwestie vond. Ik heb gezegd, en de collega’s weten dat, dat wij gaan onderzoeken waarom in deze tijd, na de grote bankencrisis van enkele jaren geleden, een bank nog failliet kan gaan. Wat is daar gebeurd bij de aanvang waardoor de bank uiteindelijk failliet is gegaan?

Ik dank alle leden van de onderzoekscommissie. De commissie kon op hun grote inzet rekenen. Zij hebben de zaken objectief bekeken en niet op een ideologische en politieke manier. Ik meen dat de onderzoekscommissies die slagen die onderzoekscommissies zijn waar men de partijpolitiek buiten houdt, waar men de ideologie buiten houdt en op zoek gaat naar de waarheid, waar men vooral op zoek gaat naar oplossingen.

Ik dank ook de experts die ons hebben begeleid, alsook onze raadsheer en het commissiesecretariaat, Tom De Geter en Nadia Marion, die een uitstekende ondersteuning hebben gegeven bij het opstellen van het rapport.

Wij stonden voor een moeilijke opgave. Wij hebben de partijpolitiek eruit gehouden. Ik meen dat dit uiteindelijk een goede zaak was. Wij kunnen dat ook staven. Bij de start van Optima Bank heeft de partijpolitiek niet meegespeeld. Daar hebben andere dingen meegespeeld. Dat is daarstraks al gezegd. Ook bij het faillissement was het niet de politiek die de bank failliet heeft doen gaan. Integendeel, ik meen dat de Nationale Bank er alles aan gedaan heeft, misschien te lang, gedurende 5 jaar, om Optima Bank overeind te houden en de continuïteit te verzekeren. De grootste slachtoffers van een bank die failliet gaat zijn immers de depositohouders.

Zoals hier al werd gezegd, hebben wij ook rekening moeten houden met de lopende gerechtelijke onderzoeken op verschillende terreinen. Dat was misschien een probleem, maar er zijn hier verschillende voorzitters van onderzoekscommissies aanwezig, die ook die moeilijkheden hebben ondervonden. Er lopen verschillende gerechtelijke procedures. Wij weten heel goed dat de advocaten die met bepaalde personen op gang zijn maar één zaak zoeken, namelijk fouten in het parlementair onderzoek. En wij hebben geen fouten gemaakt.

Ik dank iedereen. Mijnheer Vanvelthoven, ik geef toe dat het soms moeilijk was om de discretie en het beroepsgeheim waarop de Nationale Bank stond, te respecteren, maar iedereen heeft zich daaraan gehouden. In zo’n delicate materies moeten wij het beroepsgeheim respecteren. Wij hebben nochtans heel wat informatie gekregen. Zeggen dat wij niets hebben gekregen, klopt niet. Wij hebben de laatste weken heel wat vragen gesteld aan de Nationale Bank en hebben schriftelijke antwoorden gekregen. Wij hebben pagina’s vol met gedetailleerde zaken die tot het beroepsgeheim behoren en die niet zijn gelekt.

Onze opdracht was te onderzoeken waarom Optima Bank is kunnen starten, hoe ze failliet is gegaan en waar de verantwoordelijkheden liggen. De verantwoordelijkheden zijn duidelijk. De hoofdaandeelhouder en het management hebben constructies ontwikkeld om op een verdoken wijze een constante opwaartse geldstroom naar hun eigen management en hun eigen hoofdaandeelhouders te verzekeren. Dat is het schandalige van deze zaak. De mensen vertrouwen hun geld toe aan een bank en die bank gaat zichzelf leegzuigen, wat uiteindelijk heeft geleid tot het faillissement.

In de pers verschijnt al eens de vraag wie verantwoordelijk is voor het faillissement van Optima. Volgens de heer Piqueur is dat de Nationale Bank, maar het is natuurlijk precies het omgekeerde. Ik zal niet in detail treden, maar wij moeten inderdaad het toezicht verbeteren op verschillende terreinen. Optima Bank was eigenlijk een experiment, in die zin dat de Nationale Bank macrotoezicht hield. Optima Bank was de eerste niet-systeembank waarop de Nationale Bank toezicht moest houden zonder dat daarvoor de nodige middelen voorhanden waren.

Ten tweede, zoals hier verschillende keren gezegd is, is het onbegrijpelijk dat de BBI en de CFI gedurende verschillende jaren informatie hadden over wat er in de bank gebeurde, maar die nooit aan de Nationale Bank doorspeelden.

Dat kan niet. Vandaar dat wij onder andere naar voren schuiven dat er een communicatiecel moet komen. Een van de conclusies van het rapport is dat er een meldingsplicht moet zijn, zodat dergelijke zaken niet opnieuw gebeuren en men achteraf moet vaststellen wat er allemaal fout gegaan is.

Mijnheer de voorzitter, ik dank de leden van de commissie voor hun inzet. Ik meen dat wij ons werk gedaan hebben. Dat is de bedoeling van een onderzoekscommissie. Wij zijn niet vaak op tv geweest, bijna nooit. Ik heb er nergens iets over gelezen in de kranten.

Wij hebben onze conclusies geformuleerd en ik ben fier dat wij dat unaniem, namens het hele Parlement, konden doen, op een paar uitzonderingen na, maar zij willen geen oplossingen en daarmee zullen wij geen rekening houden.Tussenkomst in de