Vaudeville

Maandag 16 oktober is het 40 jaar geleden dat ik startte in de politiek als nationaal voorzitter van de CVP-Jongeren. Op dit dagboek vindt u mijn maidenspeech op het Jongerencongres in Blankenberge in 1977 en een video over het Heyzel congres van de CVP in december 1979 toen ik met de CVP-Jo als voorzitter erin lukte om een amendement te doen stemmen over Brussel als derde gewest waardoor de Regering Martens met het FDF ten val kwam. Memorabele tijden!
Ik ben maandag ook 40 jaar lid van het partijbureau van CD&V (toen CVP). Alleen Mark Eyskens heeft nog 1 jaar meer op de teller. Wilfried Martens was in die dagen CVP-voorzitter en Leo Tindemans Eerste Minister. De gloriejaren van de CVP!
Ik ben nog lang niet toe aan mémoires. Deze zal ik pas beginnen schrijven na juni 2019 als mijn mandaat in de Kamer afloopt. Een titel voor mijn mémoires heb ik evenwel al: “I did it my way”.
Tot dan zal ik “op mijn manier” actief blijven in de Kamer.
Deze week was het een boeiend debat in de Kamer waar meerderheid en oppositie met elkaar in de clinch gingen niet op basis van slogans maar met concrete cijfers en analyses.
De nieuwe fractieleider van de PS Ahmed Laaouej – een herademing na het gesticuleer van Laurette Onkelinx – beweerde dat de jobcreatie in België enkel slaat op tijdelijke en precaire banen. Uit de statistieken van de RSZ blijkt evenwel dat er de jongste 2 jaar 102.000 jobs zijn bijgekomen in de privésector waarvan 60% voltijds en 25% halftijds of 3/4de.Vreemd dat socialisten en groenen blijven ontkennen dat de werkgelegenheid duidelijk toeneemt en het hier niet gaat over zgn. hamburgerjobs.
Hetzelfde geldt voor de koopkrachtevolutie. In 2016 en 2017 neemt het reëel beschikbaar inkomen telkens toe met 1,5% en in 2018 met 2%. Volgens de oppositie kloppen deze cijfers niet en gaan de lage en middeninkomens er inzake koopkracht erop achteruit. De meerderheid kon hier gemakkelijk counteren met de tabellen van de Nationale Bank in de hand.
Vreemd genoeg kwam in de State of the Union de begrotingstoestand amper ter sprake. De regering heeft het begrotingsevenwicht in 2018/2019 losgelaten en de oppositie maakt hier ook geen punt van want ze verzet zich tegen elke besparing en de betreffende Europese normering. Het globale overheidstekort is in België gehalveerd van 3,2% van het BBP in 2014 naar wellicht 1,5% in 2017 maar met een niet- gefinancierde taxshift in het vooruitzicht zal er tegen 2018/2019 nog minstens 6 miljard euro moeten worden gevonden om de minimale Europese doelstellingen te halen. Ook onze schuldratio blijft hangen rondom 104% van het BBP, hetgeen veraf is van de 60% zoals door de EU wordt gevraagd tegen 2030. De regering slaagt er niet in om primaire surplussen te realiseren zoals ten tijde van de regering Dehaene / Van Rompuy (6% in 1999). Ook de werkgevers tillen niet meer zwaar aan begrotingen in onevenwicht als hun belastingen en de bedrijfslastenlasten maar dalen. Erg kortzichtig want de tijdbom van de vergrijzing en eventuele rentestijgingen zullen in de komende jaren de begrotingen zwaar hypothekeren. Het is voor mij als voorzitter van de commissie voor de Financiën en de Begroting een ontgoocheling dat ik in 2019 niet kan stoppen in de Kamer met evenwichtige begrotingen.
Groen pakte tijdens het debat in de Kamer uit met een publiek investeringsplan van 56 miljard euro (BE.invest 2030) zonder te zeggen wie hier het initiatief moet nemen en hoe het moet worden gefinancierd. Ze spreken van een Zinneke Valley in de Noordwijk rond Proximus, zoals de Silicon Valley, “een digitale wijk want daar is veel kantoorruimte” maar ze vergeten dat investeringen rendabel moeten zijn en dat er voor innovatie expertise, mensen en universiteiten nodig zijn. Wie gaat hier de projecten realiseren (alleen de overheid?) en de vage financieringen via een nationale ontwikkelingsbank wijst op pure science fiction en improvisatie. Ik stelde mij de vraag of Kristof Calvo “eurobillions” gewonnen heeft om zijn plan te financieren. Calvo schittert in het oppositievoeren maar zijn alternatieven zijn op drijfzand gebouwd.
De regering en de eerste minister verdedigden zich met verve maar de sfeer sloeg om toen donderdagmorgen het advies van de Raad van State over de effectentaks werd gepubliceerd. Volgens de RvS is deze belasting op effectenrekeningen discriminerend want men spaart de zgn. “gegoede burgers”. De grote aandeelhouders deponeren hun aandelen niet op een effectenrekening maar op naam en ontsnappen hierdoor aan de taks. Ook vindt de RvS het discriminerend dat enkel de beursgenoteerde aandelen zijn geviseerd.
Die effectentaks dreigt een ware vaudeville te worden. In de pers lezen we titels als: “defecte taks”, “fantoomtaks”, enz. Enkele weken terug waarschuwde de minister van Financiën Van Overtveldt dat zijn taks mogelijk juridische problemen met zich zou brengen. Hij sprak zelf van mogelijke discriminatie en insinueerde dat de effectentaks zoals door hem voorgesteld tot procedures zou kunnen leiden bij het Grondwettelijk Hof. Waarom ging hij er dan toch mee door? Nooit gezien een minister die zijn eigen maatregel in vraag stelt! De pers ging hier gretig op in en titels als “Effectentaks drama voor Brussel als financieel centrum” zaaiden grote verwarring. De belasting bedraagt amper 0,15%; dit betekent 1500 euro op een portefeuille van 1 miljoen euro en 750 euro op een rekening van 500.000 euro. Toch geen bedragen om van te duizelen in beursmiddens. Banken, beurshuizen en beursgenoteerde bedrijven raden beleggers aan te vluchten naar aandelen op naam. Deze stemmingmakerij komt voort uit een totaal verkeerde communicatie van de Minister.
Deze belasting is voorgesteld door de eerste minister en de minister van Financiën en nu probeert men de zwarte Piet door te schuiven naar CD&V en Kris Peeters. Men gaat dezelfde tour op als met de speculatietaks. Kris Peeters zegt terecht dat men het advies van de Raad van State au sérieux moet nemen en maken dat deze belasting binnen afzienbare tijd niet wordt vernietigd door het Grondwettelijk Hof, zoals de “Turteltaks”. Het is nu aan de minister van Financiën om te oordelen hoe men het best omgaat met dit dossier. Het is tenslotte de bevoegde minister die het wetsontwerp op de effectentaks bij de Kamer zal indienen en verdedigen. Het is al te gemakkelijk en niet fair om de schuld opnieuw bij CD&V te leggen. Aan dat spelletje doen we niet meer mee.
Tijdens de “State of the Union” was er ook sprake van Catalonië. N-VA- parlementsleden (zoals De Roover, Loones, Luycks, Demesmaeker) stonden in Barcelona te wapperen met de Catalaanse vlag en poogden op die manier te verdoezelen dat ze in België de Vlaamse Leeuw van het onafhankelijke Vlaanderen tijdelijk hebben moeten opbergen.
In 2013 stelde N-VA op haar congres dat de tijd van de traditionele staatshervormingen gebaseerd op overleg en dialoog voorgoed voorbij was. De Vlaamse autonomie moest tot stand komen “out of the box” buiten de grondwet. Het Vlaams Parlement moest het heft in eigen handen nemen en rechtstreeks slotonderhandelingen starten over de splitsing van België. Men noemde het confederalisme maar wat hebben regio’s nog gemeen als bevoegdheden als belastingen, sociale zekerheid, staatsschuld, enz. worden toebedeeld aan de regio’s? Geert Bourgeois stelde in die periode dat als N-VA 40% van de stemmen zou halen en “incontournable” zijn voor de vorming van een nationale en Vlaamse Regering niemand de Vlaams onafhankelijkheid zou kunnen tegenhouden. Weyts voegde hieraan toe: “Je vertrekt niet meer van een gedwongen samenwerking tussen de landsdelen, maar vanuit je eigen overtuiging. We hebben gelijk, dan moet de rest volgen en je goesting kunnen doen” ( Humo 5 Feb. 2013).
Geert Bourgeois is jaloers op Catalonië maar hij zou als minister-president fier moeten zijn op de Vlaamse autonomie die tot stand is gekomen door onderhandelde staatshervormingen, waardoor Vlaanderen behoort tot de regio’s met de grootste zelfstandigheid in de EU. N-VA heeft sinds haar stichting nooit een bijdrage geleverd tot deze grotere autonomie en Bourgeois heeft zich steeds verzet tegen de jongste 2 staatshervormingen van 2001 en 2012.
De gebeurtenissen in Catalonië wijzen uit dat er tussen de droom van onafhankelijkheid en de werkelijkheid nog talrijke hindernissen zijn zoals de Grondwet, het lidmaatschap van de EU en de Euro, de economische gevolgen. Is de haat tussen Barcelona en Madrid ook ons toekomstig maatschappijmodel? Samenwerking en dialoog in wederzijds respect is het model van de toekomst. Gaan we terug naar het ieder voor zichzelf in naam van het nationalisme? Verwatert de EU in “kleinstaterij”?
De Britten beseffen nu dat de Brexit hun welvaart niet zal verhogen en voor onoplosbare problemen staat. Ook in Catalonië beseffen meer en meer Catalanen dat een scheiding hen in de wereld zal marginaliseren. De EU zal hen niet erkennen als lidstaat. Ook “Vlaanderen onafhankelijke regio in Europa” zal dode letter blijven.
Moet Vlaanderen de weg opgaan van Catalonië en dit in het hart van Europa? Mijn boodschap aan de Vlaamse vendelzwaaiers op de Ramblas : NOT IN MY NAME.