Blaasjes

Het zijn hectische weken in de Kamer

De regering heeft – zoals gewoonlijk – laattijdig heel wat ontwerpen ingediend en hoopt deze met de goodwill van het Parlement nog voor het parlementair reces te doen goedkeuren. Vrijdag jl. kreeg de commissie Financiën nog een ontwerp van 700 blz. voorgeschoteld over witwasbestrijding in het kader van de omzetting van een Europese richtlijn. De oppositie deed niet moeilijk omdat ze ook achter het ontwerp staat maar respect van de regering voor het Parlement is iets anders.

De Kamer dreigt een brievenbus te worden van de regering mede omdat ze zelf al haar energie stopt in onderzoekscommissies (Aanslagen, Panama, Kazachgate, Optima) en werkgroepen (Politieke vernieuwing) en hierdoor onvoldoende tijd heeft om haar normaal wetgevend- en controlewerk te doen.

Ik was deze week blij en fier dat het rapport van de onderzoekscommissie Optima door de meerderheidspartijen en de oppositie (groenen en socialisten) unaniem werd goedgekeurd. Het vormt het bewijs dat ook in het Parlement consensus kan worden bereikt over een moeilijke en delicate materie als iedereen bereid is om zijn partijpolitieke en ideologische agenda in zijn tas te houden. Ook heeft iedereen de discretieplicht nageleefd en waren er geen lekken naar de pers. Een unicum! Er werden meer dan 20 aanbevelingen geformuleerd om te voorkomen dat een bank in België nog kan failliet gaan. Sommigen hadden verwacht dat we ons gingen vastrijden in het moeras van de Gentse politieke Optima-crisis maar wij zijn er integendeel in gelukt het Optimadossier op een indringende en objectieve manier te analyseren met het aanduiden van de verantwoordelijkheden en deze liggen bij Jeroen Piqueur en het management van Optima en niet bij de politiek die hier niets mee te maken heeft gehad. Een ontgoocheling voor de pers want die had gehoopt op een politiek circus zoals in de commissie Kazachgate…

 

Op 11 juli op het stadhuis van Brussel vernamen we uit de mond van Bart De Wever niet dat de N-VA het confederalisme in 2019 zal uitroepen maar dat de federale regering geen begrotingsevenwicht moet nastreven tegen 2019. “We mogen de mensen geen blaasjes wijs maken”. Inderdaad Bart dat heb je mooi gezegd. Ik dacht dat je het eerst had over het confederalisme, dat ook maar een zeepbel blijkt te zijn, maar had je over het begrotingsevenwicht ook geen doelstellingen geformuleerd?

Bij de verkiezingen van 2014 stelde N-VA dat het begrotingsevenwicht al in 2016 moest worden bereikt. De Wever stelde in de verkiezingsdebatten dat het weinig moeite zou kosten om de overheidsuitgaven (inclusief rentelasten) terug te schroeven van 55% van het BBP naar beneden de 50% of een besparing van 20 miljard euro.

Eind 2016 ligt het peil van de overheidsuitgaven op 53,7 % van het BBP en het globaal begrotingstekort op 11 miljard of 2,6% van het BBP. Wie heeft de mensen “blaasjes” wijsgemaakt?

In 2017 zal het tekort volgens het Monitoringcomité voor entiteit I afnemen tot 1,4% van het BBP maar bij ongewijzigd beleid zal de regering voor 2018 op zoek moeten gaan naar 4,27 miljard om de doelstelling die in het stabiliteitsprogramma is opgenomen te realiseren. Indien de regering vanaf 2019 een structureel evenwicht wenst te bereiken, loopt deze inspanning verder op tot 7,67 miljard in 2019 en 8,27 miljard in 2020.

Hoofdoorzaak voor deze oplopende tekorten is de niet gefinancierde taks shift. Toen ik hiervoor op basis van de berekeningen van de NBB en het Planbureau waarschuwde in 2015 werd ik door N-VA en MR verweten oppositietaal te spreken en werd zelfs mijn voorzitterschap van de commissie Financiën ter discussie gesteld.

Ook tijdens de jongste besprekingen van de budgetcontrole in de Kamer wezen de Europese Commissie (EC) en de NBB dat in 2018 en 2019 het begrotingstekort opnieuw zou stijgen naar 1,8% of ongeveer 7 miljard. De ministers Wilmes en Van Overtveldt deden mijn kritiek (op basis van de cijfers van de EC en de NBB) af als pessimistisch en niet gebaseerd op de cijfers van de administratie van Financiën maar vandaag bevestigt het Monitoringcomité deze cijfers.

Ik ben ronduit ontgoocheld dat de jonge voorzitters van de meerderheidspartijen bij de regeringsvorming (Michel, Beke, Rutten en De Wever, allen veertigers die het anders zouden doen) hun beloftes hebben verbroken om de schuldgraad drastisch te verminderen. Onze staatsschuld zal in 2018 en 2019 nog steeds 103% bedragen terwijl de EC vraagt dat deze schuld tegen 2030 afneemt naar 60%. Intussen zullen in 2025 de vergrijzingskosten toenemen met 1,5% van het BBP (of 6 miljard) en is de lage rente niet eeuwigdurend. Met een publieke schuld van 430 miljard is het risico van een stijgende rente een tijdbom om in de komende jaren onze pensioenen en ziekteverzekering blijvend te kunnen betalen.

Als voorzitter van de commissie Financiën had ik de ambitie om mee te werken aan een evenwichtige begroting in deze legislatuur en een meer rechtvaardige fiscaliteit. Ik vrees dat geen van beide doelstellingen zal worden behaald.

De Kamer maakt het laatste jaar de fout vooral met zichzelf bezig te zijn. Decumul, vergoedingen, pensioenen, enz. schijnen de hoofdbekommernis te zijn terwijl het normale wetgevend- en begrotingswerk nog weinig animo oproept. Ook slorpen de onderzoekscommissies veel tijd en energie op waarbij het bij sommigen de ambitie is mekaar te beschuldigen zoals in de onderzoekscommissie Kazachgate, waarvan de leden respectabele collega’s als Carina Van Cauter en Servais Verherstraeten ondervragen alsof ze “in de slag waren” met Chodiev en de diamantairs.

Beseft men niet dat men de functie van Parlementslid helemaal aan het discrediteren is bij de publieke opinie? Dat maakt mij bijzonder verdrietig want het overgrote deel van de parlementsleden doet ernstig zijn werk en verdient meer respect.