Meerwaardebelasting

Volgens het Rekenhof is het bijzonder moeilijk  om de opbrengst van de meerwaardebelasting te ramen gelet op de gehanteerde hypothesen en de volatiliteit van de financiële markten.
Ze besluiten dat er geen geloofwaardige budgettaire impact kan worden gemaakt van mogelijke opbrengsten.
Het Rekenhof maakt wel melding van een nota van de FOD Financiën die (op basis van het CD&V-voorstel) de potentiële opbrengst heeft berekend van een meerwaardebelasting op aandelen ( aanslagvoet van 30%) met een abattement van 50.000 euro per gezin.
In die nota werd de budgettaire impact op kruissnelheid geraamd op 465 miljoen euro bijkomende ontvangsten. Als evenwel ook wordt rekening wordt gehouden met het vrijstellen van de meerwaarden op aandelen van KMO’s ( zoals voorgesteld door CD&V) zou de opbrengst beperkt blijven tussen 20 en 88 miljoen bijkomende ontvangsten op jaarbasis naargelang de hypothesen.
De belastingadministratie benadrukt dat dat er in het eerste jaar misschien geen opbrengst zal zijn voor de combinatie van de aftrekbare verliezen en het abattement  en dat enkel uitzonderlijke transacties voor aanzienlijke bedragen zouden kunnen zorgen dat de maatregel van bij de aanvang bijkomende ontvangsten genereert.

Volgens de voorzitter van de COM FIN in de Kamer Eric Van Rompuy bewijzen deze berekeningen dat Unizo , Voka en VLD ongelijk hebben dat het CD&V-voorstel bijzonder schadelijk zou zijn voor de KMO’s vermits deze in de voorstellen van CD&V zijn vrijgesteld van meerwaardebelasting.  Van Rompuy hoopt dat deze studies een einde kunnen stellen aan de stemmingmakerij als zou  een meerwaardebelasting het economisch initiatief van starters en KMO’s  ondermijnen.
CD&V mikt met zijn meerwaardebelasting duidelijk op de zeer grote transacties van grote ondernemingen. Concreet gaat het over minder dan 5% van de vennootschappen. Zij die op de barricaden staan te roepen dat elke ondernemer zal worden getroffen hebben dus ongelijk. De beperkte (verwachte) budgettaire opbrengst  MET KMO-VRIJSTELLING van 20 tot 88 miljoen zoals geraamd door de FOD FIN  bewijst deze stelling.
Ook stelt CD&V duidelijk dat de historische meerwaarden niet worden belast en enkel de aangroei van meerwaarden wordt belast vanaf de inwerkingtreding van de maatregel. We respecteren hiermee duidelijk het verleden, wat bv. niet het geval is bij   bepaalde voorstellen van meerwaardebelasting op aandelen in de vennootschapsbelasting waarbij ook de historische meerwaarden worden geviseerd.