Humo interview EVR

HET ONBEHAGEN VAN ERIC VAN ROMPUY

In een ver verleden, toen hij als voorzitter van de CVP-Jongeren de ruggen van Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene geselde, was Eric Van Rompuy het enfant terrible van zijn partij. Vandaag is hij 66 en een éminence grise, maar nog altijd even recalcitrant. `Weinig van wat ik heb gezegd, neem ik terug. Behalve die uitspraak over Martine Tanghe, daar heb ik écht spijt van.’

HET LIEVE LEVEN EN HOE HET TE LIJDEN

In de late jaren 60 liep hij in een zwarte lederen jekker en met lang haar  mee achter de Leuvense studentenleiders Paul Goossens, Ludo Martens en Walter De Bock `Leuven Vlaams!’, `Weg met de bisschoppen!’ en `Waalse ratten, rol uw maten!’ te roepen. Maar de studentenliefde bleek van korte duur: hij keerde terug tot het geloof van zijn vaderen en ontwikkelde zich tot een conservatieve hardliner. Gelukkig bleef de rebelse natuur van de `kleine’ Van Rompuy intact. Hier volgt een korte bloemlezing van hoe hij spijkers met koppen sloeg: `Geert Bourgeois is een zwakkeling en un petit monsieur’, `Ik ben allergisch voor Bert Anciaux’, `Als je politiek wil meetellen, moet je deel uitmaken van het Woestijnvis-kliekje’, `Twee maten en twee gewichten, dát is de moraal van de socialisten’, en de mooiste: `Willy Claes is voor mij één van de grote verantwoordelijken voor de ondergang van België’. Voorwaar, bij deze man vallen wijze lessen te rapen!

Eric Van Rompuy «Mijn moeder kwam van Begijnendijk, uit een landbouwersgezin. Háár moeder, mijn oma, was zeer jong gescheiden nauwelijks 17 en zwanger. De precieze omstandigheden heb ik nooit gekend: het thema was taboe in de familie. Moeder was zeer verstandig en een uitstekende studente: ze is naar de normaalschool in Laken getrokken en werd directiesecretaresse bij Philips in Leuven. Ze leerde mijn vader kennen als buurjongen uit Betekom, dicht bij Aarschot. Het was liefde op het eerste gezicht en ze zijn elkaar zestig jaar trouw gebleven, tot november 2004, toen ze in dezelfde week zijn overleden.

“Mijn overgrootvader langs de Van Rompuy-kant was een molenaar. Eén van z’n twaalf kinderen, mijn opa Jules Van Rompuy, werkte in de houtkap en later in een steenbakkerij in Betekom. Maar hij was boven alles een duivenmelker en cafébaas. De Van Rompuys zaten van oudsher in de gemeentepolitiek: er waren schepenen bij, burgemeesters, altijd voor `de katholieken’. Vic Van Rompuy, mijn vader, was de eerste echte intellectueel van de familie: hij trok, zeer ongewoon voor Begijnendijk en omstreken, naar Leuven om er te studeren, eerst humaniora aan het SintPieterscollege, later economie aan de KUL. Daar werd Gaston Eyskens zijn mentor.

Eens afgestudeerd, ging hij in Brussel bij de Kredietbank werken, en ’s avonds en ’s nachts bereidde hij zijn doctoraat voor. Een harde werker, een studax met een groot doorzetingsvermogen. Hij trouwde en de kinderen volgden snel: Herman in 1947, ik in 1949, Anita in 1951 en Tine in 1955.

“In de jaren 50 ging vader werken bij het Cepess, de toenmalige studiedienst van de CVP. Dat was de tijd van partijvoorzitter en later premier Théo Lefèvre. Vader was één van de eerste echte economisten van het land: hij moest aan Lefèvre uitleggen hoe inflatie in elkaar zat en wat de consequenties waren. Politieke ambities had vader niet, zijn echte droom was prof economie worden aan de KULeuven. Zijn eerste stappen zette hij in Lovanium, de universiteit van Léopoldville, zoals Kinshasa toen heette. De hele familie reisde mee! Bon, wij komen in Lovanium aan, en mijn vader wordt binnen het jaar ziek: malaria, net als mijn zus Anita en ikzelf. In augustus 1958, midden in de gekte rond de Wereldtentoonstelling, zijn wij teruggekeerd. Het duurde nog enkele jaren voor vader tot vast hoogleraar aan de KUL werd benoemd.»

 

HUMO Als zoon van je vader kreeg je de perfecte opleiding?

 

Van Rompuy «Ja, zowel mijn broer als ik zijn producten van de Leuvense School. De opvolger van mijn vader op de Cepess-studiedienst was… Leo Tindemans. In Leuven werkte vader ook samen met Gaston Geens. Ondertussen was Gaston Eyskens premier geworden. Zijn zoon, Mark Eyskens, tien jaar jonger dan mijn vader, was ook econoom en later prof aan de KUL. Zo zie je maar: de Leuvense school was het kloppende hart van de toenmalige CVP, zeker wat economie betreft. In de jaren 60 zaten wij in Leuven met vier Van Rompuys aan de faculteit economische wetenschappen: mijn vader als prof, en drie van zijn kinderen, Herman, Anita en ikzelf, als studenten. Tine studeerde voor verpleegster.»

HUMO Hoe was je verhouding met Herman? Zag je hem als de oudere broer naar wie je opkeek? Of was hij de man die je wilde overtreffen, de rivaal?

Van Rompuy «Herman is nooit een rivaal geweest: wij hebben alles samen beleefd: zelfde jeugd, zelfde college, zelfde belangstellingen. Wij waren erg sportief: atletiek, voetbal, op fietstocht naar Frankrijk. Ik bleek een goede student, maar Herman was echt super: als ik onderscheiding haalde, kwam híj met grote (lacht). Herman en ik kennen elkaar door en door, we proberen elkaar niet te beinvloeden. Als ik een interview weggeef, ga ik dat niet eerst aan Herman laten lezen. Of denken: gaat hij mij straks niet aan de oren trekken?

Het was Herman, niet ik, die van jongs af aan gepassioneerd de internationale politiek volgde: de Gaulle, de moord op Kennedy, de toestand in Congo, mei ’68. Hij ging naar de vergaderingen van het zogenaamde wonderbureau, met Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene. En hij had in Sint-Stevens-Woluwe de plaatselijke afdeling van de CVP-Jongeren gesticht. Pas op: zo’n vergadering in Zaventem, dat betekende: vijf man en een paardenkop. Dus ging ik mee, om meer volk bijeen te krijgen (lacht). Toen die generatie in 1977 opstapte, ben ik bij wijze van spreken spelenderwijs nationaal voorzitter van de CVP-Jongeren geworden.»

HUMO Over je studentenjaren liet je ooit optekenen: `Als eerstejaars heb ik nog achter Paul Goossens en Kris Merckx `Weg met de bisschoppen’ lopen roepen.’ Een jeugdzonde, veronderstel ik?

Van Rompuy «Echt links ben ik nooit geweest. Je moet weten: de Leuvense studentenopstand is gegroeid uit `Leuven Vlaams’ en de al te autoritaire betutteling van de Katholieke Universiteit door de bisschoppen. Maar in het marxistisch-leninistische verhaal ben ik nooit meegestapt. Ik liep in een leren jekker, toen, ik heb er nog leuke foto’s van. En dat lange haar? Iedereen droeg toen z’n haar lang. »

Bij de CVP-Jongeren was ik wel een rebel pur sang: ik sloeg wild om mij heen, viel de regering-Martens aan, lag in open conflict met het ACV, was tégen het Egmontpact. Ik was le Flamand arrogant, uitgespuwd door André Cools (PS) en het FDF. In 1979 waren de CVP-Jongeren, onder mijn leiding, mee verantwoordelijk voor de val van de regering Martens I. Wilfried noemde mij `een demagoog met gevaarlijke praktijken’, ik werd verketterd door de linkervleugel van de partij, was het toenmalige ` joenk’ van de CVP. »

Van Rompuy: “Als je mij vraagt: `In welke periode had je het meeste invloed’, dan is mijn antwoord: tóén, als CVP- jongerenvoorzitter. In die jaren zeten álle jongeren, socialisten, liberalen, katholieken, zich af tegen de gevestigde politiek. De CVP had bijna de absolute meerderheid en werd gedomineerd door de standen. Maar de jongeren raakten niet binnen in die structuren. Wij waren de jonge turken, het levend geweten van de partij. Frank Swaelen en Wilfried Martens, die zelf allebei jongerenvoorzitter waren geweest, hadden voor een eigen statuut van die jongeren gezorgd, zodat ze freedom of speech kregen. En daar maakten wij gretig gebruik van: denk aan het Manifest voor de Progressieve Frontvorming.»

HUMO Je liet geen linkse stem horen: jij vertegenwoordigde de lijn-Tindemans, tégen het ACV in.

Van Rompuy (knikt) «Wij vertegenwoordigden de echte, authentieke christendemocraten, standenloos en niet gelinkt aan de vakbond. Tindemans dacht zo, net als Frank Swaelen en Gaston Geens, de eerste Vlaamse minister-president. Vergeet niet: ik ben een econoom, ik werkte bij de Kredietbank, ik zag wat er aan de hand was.»

HUMO In die jaren was links nog in de mode. Jonge rechtse mensen vond je nauwelijks. Wat maakte dat jij anders dacht?

Van Rompuy «Dan kom ik terug op die Leuvense school van economen: vader en zoon Eyskens of mijn eigen vader zouden hun studenten nooit in handen hebben gegeven van een marxistische lector of repetitor. In die sfeer zijn Herman en ik opgegroeid. Veel verstandige jonge mensen, zoals De Bock, Martens en Goossens, hebben toen veel tijd verloren (glimlacht).»

PAK VOOR DE CVP-BROEK

HUMO Wij zetten even een grote stap: in 1995 won de CVP de verkiezingen en werd jij in één klap Vlaams minister.

Van Rompuy «Gelukkig was ik goed voorbereid. Het Vlaams Parlement, toen nog de Vlaamse Raad, werd niet serieus genomen, zeker niet door Dehaene & co.: vandaag is de Vlaamse begroting 40 miljard euro groot, maar toen was dat amper 2,5 miljard. Dat geeft je een idee van de enorme stappen die ondertussen zijn gezet. Ik had mij in de Vlaamse materie ingewerkt en werd in 1991 fractieleider in het Vlaams Parlement. In die periode vocht ik een oorlog met Norbert De Batselier uit over het Mestactieplan: zo verwierf ik eeuwige roem bij de Boerenbond (lacht). Dus: toen er in 1995 een minister aangeduid moest worden, kreeg ik zowel Economie als Landbouw, KMO en Media in de schoot geworpen.»

HUMO Dat waren de laatste mooie jaren van de grote CVP. In 1999 kreeg de partij een enorme oplawaai: jullie verdwenen van het toneel, met negen ministers tegelijk. De CVP bleek `met de erfzonde van de macht’ beladen. En jij werd voor de volgende jaren leider van de oppositie. Wat je, ik zoek het juiste woord, `een zeer eigen invulling hebt gegeven’.

Van Rompuy «Het debacle van 1999 hadden wij aan de fameuze dioxinecrisis te danken: premier Dehaene kreeg alles op z’n brood. Het dioxinethema lag Dehaene absoluut niet: hij is op z’n best in een speelveld dat hij zelf heeft afgebakend. In 1996 had hij al de affaire-Marc Dutroux moeten verteren, ook iets dat hij niet echt in de vingers had. Marc Verwilghen en Guy Verhofstadt sprongen op die zaak, en Dehaene stond er wat beteuterd bij: in zijn ogen was dat allemaal emopolitiek, waar hij een hekel aan had. Van 1945 tot 1999, bijna vijftig jaar lang, op een korte periode met Achiel Van Acker na, was de CVP aan de macht geweest. En nu werden wij voor het eerst grondig afgestraft.»

HUMO Jullie belandden in de oppositie. Hoe voelde dat?

Van Rompuy «Als de totale deconfiture: de CVP beschikte tot dan over kabinetten, netwerken, benoemingen, structuren, sociale organisaties. Dat viel in één klap weg. Daarbovenop hadden wij geen enkele ervaring in het voeren van oppositie. En ondertussen stond Guy Verhofstadt daar in z’n volle glorie. Steve Stevaert, die de mirakelman van dienst werd. Bertje Anciaux, die zich profileerde. Die heren lachten ons uit in ons gezicht. Wij zaten in zak en as.»

HUMO Het was zonneklaar: wat voor coalitie er ook zou komen, er zou geregeerd worden `zonder de CVP’.

Van Rompuy «Precies. De gedachte van liberalen en socialisten was: `Dit is hét momentum. Als wij de CVP voor vier jaar kunnen vastspijkeren, is het voorgoed gedaan met hen.’ In 2001 hielden wij het stichtingscongres van de CD&V, waarvan iedereen dacht: `Wat is daar nu nieuw aan, behalve de naam?’ En Stefaan De Clerck kón geen oppositie voeren, hij kon niet op tegen Verhofstadt of Stevaert.»

HUMO Paars was boven alles sexy. De gratis-politiek van Stevaert sloeg geweldig aan bij de bevolking.

Van Rompuy «In 2003 haalde Verhofstadt 25 procent, de socialisten gingen ook naar 25 procent en wij zakten naar 21 procent: vier jaar oppositie had geen resultaat opgeleverd. Alles werd gratis: het openbaar vervoer, de bussen en elektriciteit… De economische groei hernam, het internet kwam eraan, de technologie boom de, de yuppies van het neoliberalisme bliezen hoog van de toren. Links lullen en rechts zakken vullen, dat was de ideologie van paars. Wat had Stevaert nog met het marxisme of het socialisme te maken? Paars, dat was: feel-good politics. De belastingen gingen omlaag hoe kun je daar nu tegen zijn! En alles mocht plotseling: euthanasie, homohuwelijk, abortus, het kon niet op. De kersverse Volksunieminister Paul Van Grembergen (onlangs overleden, red.) zei: `Ik voel mij echt als Nelson Mandela in Zuid Afrika: eindelijk bevrijd!’ Van de CVP, bedoelde hij natuurlijk (lacht). En daar zaten wij dan… Iemand als Herman was absoluut niet gemaakt voor de oppositie. Dehaene: idem. Dus werd bibi ermee opgezadeld. Ik heb er toen alles voor gedaan»

HUMO De CD&V heeft zich nooit van die dreun hersteld.

Van Rompuy «Nooit. In 2003 werd Yves Leterme partijvoorzitter. Hij durfde wél oppositie te voeren. Maar hij heet daar na te snel naar het kartel met de NVA gegrepen. Wij hebben daar een veel te hoge prijs voor betaald. Het kartel wilde weer de grootste coalitie in Vlaanderen worden en CD&V terug aan de macht brengen. Want iedereen voelde aan: nóg vijf jaar paars en wij bestaan niet meer. En de Boerenbond en het ACV wilden absoluut mee besturen!»

HUMO Opmerkelijk: in 2004 werd niet jij, de held van de oppositie, maar de niet-verkozen Unizo-man Kris Peeters Vlaams minister. Voelde je je toen door Vlaams minister-president Leterme in de rug geschoten?

Van Rompuy «Ik had mij voor genomen om daar niet meer op terug te komen. Leterme zei in een recent interview: `Eric Van Rompuy blijft daar maar over doorzagen, terwijl voor míj die bladzijde al lang is omgedraaid.’ Nog één keer… De zaak zat zo: in 2004 voerde ik mee de regeringsonderhandelingen. Ik was diegene die de hele Vlaamse materie  goed kende, beter dan Leterme en Vandeurzen, die uit de Kamer kwamen. Vervotte was nieuw. Begin maar eens tegen kleppers als Somers en De Gucht! Als zij over het budget begonnen, was het meteen: `Waar zit Eric Van Rompuy?’ Ik had vanuit de oppositie vijf jaar aan een stuk brandhoutgemaakt van hun voorstellen. Bon, we vergaderen voor de zoveelste keer, en Somers, of was het Frank Vandenbroucke die tijdens de discussies zegt:

`Allee, Eric, wat lezen wij in de gazet? Straks krijgen wij er een nieuwe collega bij: Kris Peeters.’ Ik schoot in de lach, ik kon het eerst niet geloven. Ik was er helemaal niet op voor bereid, had geen enkel signaal gekregen. »Het regeerakkoord kwam er, en ik heb op ons congres nog de moed gehad om dat akkoord voor de achterban te gaan toe lichten. Het was duidelijk: niet ik, maar Kris Peeters zou minister worden. Ik heb Leterme toen gezegd dat ik dat not done vond: mij vijf jaar uitsloven  als fractieleider in de oppositie, de regeringsonderhandelingen voeren en ten slotte  opzijgeschoven worden. Zijn antwoord: `Ik kon niet anders, ik had een vrouw nodig, Inge Vervotte, en met Kris Peeters heb ik voor de toekomst gekozen’ wat Kris later inderdaad heeft bewezen. Leterme blijt erbij dat hij de goede keuze heeft gemaakt. (Mijmerend) Misschien is dat nog waar ook.»

HUMO De perceptie was toen dat het CVP-partijapparaat je nooit echt heeft gelust. Ze lieten je vijf jaar lang de kastanjes uit het vuur halen, en toen ze je niet meer nodig hadden, werd je gedumpt. Je was ook nooit een ACV-vriendje. Plotseling stond je… alleen.

Van Rompuy «Ik ben inderdaad nooit echt aanvaard. Niet door het ACV en ook niet door het traditionele partijestablishment, door de cabinetards. Ik hoorde daar niet thuis. In 1995 had ik eigenlijk mezelf, onder het goedkeurende oog van de toenmalige CVP-voorzitter Johan Van Hecke, als minister aangesteld- ik kon dat, om dat ik toen fractieleider was. Dehaene was zelfs verrast dat ik minister werd!»

KALTSTELLEN

HUMO Zo komen wij bij het aloude beeld van de CVP als een verdeelde partij die vaak haar eigen kinderen opvreet. Vrij meedogenloos, allemaal.

Van Rompuy «Iedere partij die jarenlang aan de macht blijft, gaat zich zo gedragen, vrees ik. Ze móét haar favourite sons slachten. Een voorbeeld: Mark Eyskens is als eerste minister opzijgezet door Wilfried Martens. In 1991 was mijn broer Herman partijvoorzitter: Zwarte Zondag komt eraan, de eerste grote overwinning van het Vlaams Blok. Herman heet toen aan Gaston Geens, Daniël Coens en Mark Eyskens,  en  tegen nog enkele anderen moeten zeggen: `Gaston, Daniël, Mark, er is geen plaats meer voor jullie.’ En in 2004 zei Leterme hetzelfde tegen míj. Leterme wilde zich omringen met mensen van zíjn generatie. Ik paste niet meer in die club. Ook Herman werd toen op een zijspoor geduwd, door Stefaan De Clerck: hij `geloofde niet meer in Herman Van Rompuy’.»

HUMO Dit lijkt de betere Shakespeare wel.

Van Rompuy «Ach, je maakt dat overal mee: nu, met de liberalen hoe Annemie Turtelboom werd geslacht! En vroeger: de defenestratie van Karel De Gucht door zijn zogenaamde bloedbroeder Verhofstadt. Politiek is een harde business. Wat heet de VLD niet allemaal met Bart Somers uitgehaald! Neem Frank Vandenbroucke: kaltgestellt. Over enkele jaren zal dat bij de N-VA ook zo lopen: er wordt al link gezaagd aan de poten van de stoel van Bart De Wever”.

Nog een voorbeeld van hoe het soms toegaat: in 1984 stond ik vijfde op de Europese lijst en ik werd niet verkozen. Ik was de CVP-Jongeren kwijt en ik kreeg geen Europees mandaat, ik stond dus op straat. Ik heb toen een venijnig interview aan Le Vif gegeven: `Le CVP craque.’ Over die uitspraak werd in het parlement zelfs door de oude Tobback stampij gemaakt. Bon, Frank Swaelen roept mij bij zich, in het bijzijn van Herman: `Eric, we gaan zorgen dat je weer aan de bak komt: bij de komende verkiezingen zullen wij je de derde plaats op de Kamerlijst geven. Op één voorwaarde: vanaf nu ga je je bakkes houden!’ Ik bedoel: uit de mond van Frank Swaelen het woord `bakkes’ te horen… (lacht). Ik heb toen gezwegen en zat in 1985 in de Kamer. Om maar te illustreren hoezeer je bondgenoten nodig hebt.»

HUMO Eigenlijk had Frank Swaelen gelijk: je hebt dat bakkes zelden gehouden. Ik lees hier enkele voorbeelden. Als mediawatcher van de partij droeg je een speldje `BRT, weg ermee!’ Over Walter Zinzen en Martine Tanghe zei je: `Die twee kijken vanaf de buis relativistisch neer op hun eigen volksaard. Zij kleuren met hun blik het nieuws.’ Of deze: `Geert Bourgeois? Een zwakkeling, un petit monsieur.’ En de beste: `Ik ben allergisch voor Bert Anciaux.’

Van Rompuy «Dat laatste geldt nog altijd (hilariteit).»

HUMO Ook mooi: `Willy Claes is voor mij één van de grote verantwoordelijken voor de ondergang van België.’ In 1984 klinkt het: `Onze Vlaamse literatuur, met Hugo Claus en Jef Geeraerts voorop, is de meest pornografische van Europa.’ Hoe voelt het om op je oude dag aan die uitspraken te worden herinnerd?

Van Rompuy «Weinig van die citaten neem ik terug. Je moet ze natuurlijk elke keer in hun context plaatsen. Het enige wat mij écht spijt, is de uitspraak over Martine Tanghe. Die over Zinzen spijt mij niet: als ik vandaag zijn bijdragen n De Standaard of De Morgen lees, blijkt dat ik mij niet heb vergist, toen. Zinzen wás geen objectief journalist. » Wat Willy Claes betreft: hij behoorde tot de generatie van André Cools, Georges Debunne en Guy Spitaels. Dat kwartet heeft jarenlang de Belgische begroting gesaboteerd, belet dat er indexsprongen kwamen voor de competitiviteit of dat er gesaneerd werd, wat zéér dringend nodig was. Miljarden werden toen weggesmeten richting staalindustrie. Remember Cockerill Sambre! Pas op: de CVP is mee verantwoordelijk voor de toen geslagen gaten. Goed, bij de volgende verkiezing in 1981 vielen de socialisten uit de boot. Wat heeft Claes gedaan? Hardnekkig oppositie tégen het herstelbeleid van Martens gevoerd. Maar dat herstelbeleid was broodnodig, zo is later duidelijk gebleken. Dáár ligt de oorzaak van de enorme staatsschuld die wij nu nog altijd achter ons aanslepen. Ik vind: je moet in het parlement durven te zeggen waar het op staat. Mede daarom doe ik aan politiek.»

EEN STANDBEELD

HUMO Wij hadden het al ver de tegenstelling tussen jou en je broer. Herman heeft wél altijd `zijn bakkes gehouden’. Maar híj wordt Europees president. En jij, met je franc-parler, bent een backbencher gebleven. Zat er voor jou niet méér in?

Van Rompuy «Tussen 1999 en 2004 had ik misschien één legislatuur langer in de Vlaamse regering kunnen zitten. Maar voor de absolute top was ik wellicht niet geschikt.»

HUMO Wat stond dan in de eg? Toch niet je intelligentie?

Van Rompuy «Ik denk dat ik nooit een evidente keuze ben geweest. Het karakter van Herman maakte hem voorbestemd om president of premier te worden, het mijne niet. Herman is de man van de verzoening, van de `rustige vastheid’. Hij kan in korte tijd een moeilijk dossier tot z’n essentie terugbrengen en in overleg oplossingen bereiken, wat Dehaene ook kon. Als ik Herman had proberen na te bootsen, zou ik waarschijnlijk helemaal niets hebben bereikt. »

(Mijmerend) Mijn carrière heeft vreemde wendingen genomen: in 1988 waren wij met zeven kandidaten om partijvoorzitter Frank Swaelen op te volgen. Hugo De Ridder schreef toen smalend over de zeven dwergen. ’s Avonds kreeg ik een bericht van Herman: of ik mij niet beter zou terugtrekken? Terwijl ik de grootste kans maakte! Toen ik in 2004 geen minister werd, zei Herman mij: `Eric, be free!’ En dat heb ik ook gedaan: ik heb een website geopend waarop ik nu al twaalf jaar lang frank en uitgesproken mijn eigen gedacht zeg. Uit die site wordt in De Standaard , De Morgen  en de krantenwebsites voortdurend geciteerd

HUMO Je bent ook een comeback-kid: in 2014 werd je vanuit een strijdplaats toch weer verkozen in Vlaams-Brabant, als Kamerlid.

Van Rompuy «Uitgerekend dat is één van de mooiste momenten die ik in de politiek heb beleefd. Ik had toen net een zeer ernstige hartoperatie achter de rug: metalen hartklep, net als Wilfried Martens indertijd. Iets in mij zei: `Eric, go for it.’ Er waren in Vlaams-Brabant vijftien zetels te verdelen. Wel: de laatste, de vijftiende, werd de mijne, vanuit een strijdplaats, met 25.000 stemmen, wat bijna de kiesdeler is.»

HUMO Als Vlaams mediaminister was jij de man achter de grote hervorming van de BRTN.

Van Rompuy «En daar ben ik nog altijd trots op. Siegfried Bracke vindt dat de VRT een standbeeld voor mij moet oprichten. Ook Tony Mary sprak in die zin. In de jaren 90 viel de toenmalige BRTN qua marktaandeel almaar terug, terwijl VTM het mooie weer maakte. Het VTM-nieuws was gewoon superieur. De BRTN was al z’n dynamiek kwijt: in z’n structuren én in z’n programmatie. De omroep was klaar om te verdwijnen. Punt. Cas Goossens en Jan Ceuleers, gemuilkorfd door de volledig verpolitiekte raad van bestuur, waren niet in staat de logge structuur van richting te doen veranderen. »Nu had ik het geluk professor Herman Daems als kabinetschef te hebben, de latere voorzitter van de GIMV en huidige voorziter van BNP Paribas Fortis. Daems had in Harvard management gestudeerd en was in Leuven mijn monitor wiskunde geweest. Het was Daems die zei: `Eén, wij maken van de BRT een nv. Twee: alle topfuncties worden vacant verklaard. Drie: wij bouwen de vaste benoemingen af. Vier: wij koppelen de financiering van de BRT aan strikte voorwaarden.’ Ik heb toen de volledig apolitieke maar zeer competente Bert De Graeve bij Alcatel weggeplukt een gouden keuze, zo bleek later. Cas Goossens en Jan Ceuleers hebben mij dat nooit vergeven (lacht). Zinzen en Kris Borms ook niet, trouwens.»

KLADDERADATSCH

HUMO Wij leven in een zeer moeilijke tijd: het vluchtelingenprobleem, het moslimfundamentalisme, de aanslagen, de elkaar opvolgende bezuinigingsrondes, de economische crisis die nog altijd verder woekert, het post-Brexit-tijdperk. Wat is jouw boodschap?

Van Rompuy «Ik wist dat die vraag ging komen ik ben er dus op voorbereid (lacht). En ik deel je onbehagen: rien ne marche plus. Dit land is verlamd: de recente aanslagen in Brussel en Parijs, de staking van de cipiers, van de verkeersleiders, van de bagagisten op Zaventem, van het spoorpersoneel… De tunnels die instorten, de nucleaire veiligheid die almaar precairder wordt, Europa dat door de Brexit dreigt uit elkaar te vallen…

Ik heb een dochter van 22 en ik durf haar te zeggen: `Ja, ik ben bang. En ik weet niet waar wij met z’n allen op afstevenen.’ Het hele land lijkt wel mismeesterd. Dit wordt een vreselijke opdracht voor de komende generatie. Wat mij mateloos stoort, is de toevloed van parlementaire commissies voor om het even wat. Men zoekt een zondebok voor alles: Koen Geens zou ontslag moeten nemen, Jan Jambon zou moeten opstappen. Komaan, zeg, waarmee zijn wij bezig? Ieder voorval wordt uitgebuit, de zwartepiet wordt almaar vaker bovengehaald, er wordt steeds meer aan politique politicienne gedaan. Maar ondertussen glijden wij almaar verder af. Mijn dochter zegt: `Alsjeblief, papa, jullie politiseren alles kapot. Wees toch wat positiever en constructiever. De jonge generatie kan dit niet meer aanzien.’ Daarbij komt de almaar toenemende druk: de hedendaagse politicus zit 24 uur per dag te internetten, te mailen, te twitteren, te facebooken. Om zot van te worden. Wij zitten in een fase van overacting, van overcommunicatie, het is een soort kramp. In haar hoofdartikel in Le Soir spreekt Béatrice Delvaux van `de sparadrap-regering’, `het rustine-land’. (Met grote nadruk) Dit is niet vol te houden. Wij zullen eindigen in één grote kladderadatsch. En niemand heet nog echte macht, niemand is nog in staat de oplossing aan te bieden. Het water staat ons aan de lippen.»

HUMO Misschien spreek je nu meer voor jezelf en de CD&V dan voor de anderen?

Van Rompuy «Nee, ik zie het overal. Heeft de premier nog macht? Integendeel: Charles Michel ondergaat de gebeurtenissen. Koen Geens zegt het zelf: `Dit land is ziek. Nooit gedacht dat het zo erg is.’ Ik zie desintegratie, ik zie machteloosheid, ik zie radeloosheid bij de mensen. Er is geen leiding meer: zelfs de vakbonden hebben hun eigen achterban niet meer in de hand. Dat alles is natuurlijk koren op de molen van de populisten. Kijk naar Donald Trump, die zegt: `Ik los het wel op.’

En naar Bart De Wever, onze Vlaamse Trump. Wat doen die heren meer dan voortdurend scudraketten afvuren die de polarisatie in de samenleving alleen maar versterken? De N-VA heeft er haar specialiteit van gemaakt: `het is de schuld van de Walen, van de vakbonden, van de vluchtelingen, van de islam, van de PS…’ (Zucht) Zo komen wij er nooit, hè. En daar zit je dan, als brave CD&V, met, zoals Herman dat zo mooi noemt, je “piecemeal engineering”. Voorzichtig, stap voor stap aan een oplossing werken: dat spreekt niet meer aan. De Brexit is tekenend voor deze tijdgeest.»

HUMO Je vergeet daarbij te zeggen dat de CVP-CD&V vele tientallen jaren dit land heeft bestuurd en gemaakt tot wat het nu is.

Van Rompuy «O, maar ik pleit mee schuldig, hoor. Ik heb zélf fouten gemaakt. In 2004, bij het begin van het kartel, was ík het die het gedrocht Brussel-Halle-Vilvoorde op tafel heeft gebracht. Vijf minuten politieke moed, dat hele verhaal (lacht). Als ik naga hoeveel energie dat monster ons tussen 2007 en 2012 heeft gekost… Hoeveel tijdverlies! Ik sta nog altijd achter de splitsing van BHV, maar wij hebben die hele zaak verkeerd ingeschat. Het land werd vijf jaar lang verlamd en gegijzeld. Veel problemen die vandaag ontploffen, hadden in die jaren moeten worden aangepakt. Het geknoei van de socialisten met de energie! Freya! Man, man, man… Wij dragen allemaal boter op ons hoofd.»

WILFRIED  HENDRICKX     HUMO

Copyright © 2016 gopress. Alle rechten voorbehouden