Knack interview

Interview Knack Eric Van Rompuy
We doen het niet beter dan onder Di Rupo’
Knack – 24 Feb. 2016

Die vrijdag op de Knack -redactie. Telefoon van Eric Van Rompuy. Zie je wel, de Nationale Bank heeft hem gelijk gegeven! ‘Nationale Bank laakt twee verloren begrotingsjaren’, titelde de zakenkrant De Tijd die ochtend. In hun verslag stellen de economen van de Nationale Bank vast dat sinds het aantreden van de regering-Michel het terugdringen van het overheidstekort is gestaakt. Als het gat in de begroting al kleiner wordt, is dat omdat de rentelasten die België voor zijn schulden moet betalen lichter uitvallen dan gedacht. Begrotingsdiscipline is een belangrijke zorg van deze regering, maar het tekort van 2,8 procent in 2015 is ongeveer even groot als tijdens het laatste jaar van de regering-Di Rupo, heet het. Laat dat nu nét hetzelfde zijn als wat Eric Van Rompuy ons een dag eerder vertelde in zijn sjofele bureau waar hij sinds zijn oversteek naar de Kamer huist.

ERIC VAN ROMPUY: Het wordt een enorme opdracht om de begroting op koers te houden. Elke procent van het bruto binnenlands product (bbp) betekent 4 miljard euro. Bij de begrotingscontrole in maart willen we het tekort terugbrengen tot 2 procent. Het is wachten op de officiële cijfers, maar ik ga ervan uit dat we daarvoor zeker 2 á 3 miljard euro moeten vinden. En voor het structurele begrotingsevenwicht in 2018 zal volgens de Nationale Bank minstens 8 miljard euro nodig zijn.

Sommige regeringsleden zouden het evenwicht liever een jaartje uitstellen.

VAN ROMPUY: Dat gaat niet zomaar. We hebben daar afspraken over gemaakt met de Europese Commissie, en zij volgt ons werk minutieus op. We kunnen daar niet onderuit.

Aanvankelijk moesten we van Europa dít jaar al een begroting in evenwicht bereiken. Nu is de Commissie al tevreden als het tekort onder de grens van 3 procent blijft, nee?

VAN ROMPUY: Die indruk heb ik absoluut niet. Vergeet niet dat we een schuld meedragen van 107 procent van het bbp, terwijl de Europese doelstelling 60 procent is. Daardoor betalen we veel rente op de staatsschuld. De economische groei in België is nog altijd bijzonder klein. Daarbovenop komt de komende jaren de factuur van de vergrijzing en van de kosten die we voor de vluchtelingencrisis moeten maken. En er zijn ook meer en meer maatschappelijke noden bij de regio’s, zoals huisvesting en milieu. Het gemakkelijkste wat we nu zouden kunnen doen, is zeggen: we geven de norm op, we laten het begrotingstekort oplopen en daarna moeten de volgende generaties het maar uitzoeken.

Het is nog makkelijker om vandaag te zeggen dat we het evenwicht zullen halen en vervolgens geen maatregelen te nemen die dat ook geloofwaardig maken.

VAN ROMPUY: Dat is wat de N-VA tijdens de verkiezingscampagne heeft gedaan. Bart De Wever beweerde dat het geen enkel probleem was om het overheidsbeslag tot 45 procent terug te dringen en het begrotingstekort weg te werken. Wel, we doen het vandaag niet beter dan tijdens het laatste jaar van premier Elio Di Rupo (PS), terwijl de N-VA een demagogische campagne heeft gevoerd tegen die regering.

Als de huidige regering slecht presteert, is dat natuurlijk ook de schuld van de CD&V.

VAN ROMPUY: Natuurlijk. Maar de N-VA beweerde dat alles veel beter zou gaan zonder Elio Di Rupo en de socialisten. Nu blijkt dat het moeilijk is om structurele besparingen te vinden. Mirakels bestaan niet. Belastingen verlagen kan iedereen, Guy Verhofstadt (Open VLD) was daar ook heel goed in. Alleen heeft hij daarmee het primaire overschot dat mijn broer Herman als begrotingsminister in de jaren negentig had aangelegd helemaal opgesoupeerd.

Kort gezegd: er komt geen begrotingsevenwicht met deze regering?

VAN ROMPUY: Het wordt heel moeilijk. Maar wat mijn broer onder Jean-Luc Dehaene (CD&V) heeft gedaan, had ook niemand op voorhand geloofd. Iedereen dacht dat België nooit de begrotingsnorm van Maastricht kon halen. Het is hem wel gelukt.

Waar zou u het geld halen om het tekort weg te werken?

VAN ROMPUY: Het is mijn taak niet om dat te zeggen. Ik ben voorzitter van de Commissie voor de Financieren en de Begroting in het parlement. Ik schets alleen de omvang van de opdracht waar deze regering voor staat, en ik moet ervoor zorgen dat de juiste cijfers worden gebruikt. Die rol probeer ik zo goed mogelijk te spelen. De N-VA’er Hendrik Vuye beweerde in het najaar al dat ik afgedankt moest worden omdat ik de intelligentietest voor die functie niet had doorstaan. Ik moet vaststellen dat Vuye niet geslaagd is voor de intelligentietest voor het fractievoorzitterschap. (grinnikt)

Maar u moet toch een idee hebben waar er in maart geld te vinden valt?

VAN ROMPUY: Het is duidelijk dat er iets schort aan de inkomsten van de overheid. Door de asielcrisis en de terreurdreiging zijn er uitgaven bijgekomen die we allicht niet uit de begroting zullen kunnen houden, maar het probleem zit niet meer bij de uitgaven. Het is vandaag onduidelijk hoe de taxshift betaald zal worden. Nogmaals: het is doodeenvoudig om de belastingen te verlagen. Dat kan iedereen op een avond op een bierkaartje uittekenen. Alle partijen pronken er graag mee dat de mensen elke maand 50 euro meer krijgen, maar je moet het ook kunnen betalen. De moeilijkste vraag is waar je de compensaties vindt. Daar ontbreekt het aan. Dat is de verantwoordelijkheid van de minister van Financiën, Johan Van Overtveldt (N-VA). (slaat een map met cijfers open) De fiscale regularisatie moet dit jaar 250 miljoen euro opleveren, terwijl de gemeenschappen en gewesten dwarsliggen en de uiteindelijke amnestie waarschijnlijk uitgehold zal worden. Een nieuwe regeling voor vastgoedvennootschappen staat dit jaar al voor 250 miljoen euro ingeschreven, maar het voorstel is nog niet ingediend in het parlement. Fiscale fraude moet dit jaar al 225 miljoen euro in het laatje brengen, maar ik heb nog geen enkele maatregel gezien die ons dat kan garanderen. De Kaaimantaks staat al ingeschreven voor 460 miljoen euro, terwijl er grote vragen zijn of die dit jaar al geïnd kan worden. Hetzelfde geldt voor de speculatiebelasting, zeker nu de beurzen een duik hebben genomen. Van Overtveldt beweert dat die heffing er is gekomen op verzoek van de CD&V. Dat is absoluut niet waar: het idee kwam van hém. Op al die punten schiet Johan Van Overtveldt tekort.

N-VA-voorzitter De Wever wil liever besparen in de sociale zekerheid.

VAN ROMPUY: (onderbreekt) De Wever zegt zelfs dat hij in de sociale zekerheid wil besparen zonder de gepensioneerden en de zieken te raken. Volgens hem moet het geld gevonden worden in de structuren: de uitbetalingsorganen van de vakbonden en de ziekenfondsen. Maar op een totaalbudget van ongeveer 85 miljard euro voor de sociale zekerheid gaat dat over een miniem bedrag. Voor de werkloosheidsuitkeringen is het bijvoorbeeld 200 miljoen euro, en het zou alleen maar meer kosten als de overheid die taak overneemt. Maar De Wever herleidt het hele begrotingsdebat blijkbaar graag tot de stelling: ‘De CD&V verdedigt de vakbonden en de ziekenfondsen’.

Trouwens, er zijn ook besparingen voorgeschreven in de taxshift. Men noemt dat dan ‘het redesign van de overheid’. In 2019 moet dat 700 miljoen euro opleveren, al staat ook dit jaar al 100 miljoen in de begroting ingeschreven. Maar de verantwoordelijke minister, N-VA’er Steven Vandeput, heeft nog geen enkele maatregel voorgesteld om dat streefdoel te halen.

Minister Van Overtveldt wil in maart ook de begrotingen voor de komende jaren bespreken. Later zijn de verkiezingen te dichtbij om moeilijke maatregelen te nemen, heet het.

VAN ROMPUY: Het zou al een hele verdienste zijn als de regering de objectieven voor dít jaar haalt. Of wil Van Overtveldt meteen zijn grote hervorming van de vennootschapsbelasting doorvoeren? De Nationale Bank geeft ons daarover evengoed gelijk: een nieuwe taxshift is niet prioritair. De begroting moet eerst op orde worden gebracht. Hij spreekt zichzelf tegen in dat verhaal. Een paar weken geleden hadden we de discussie over de excess profit rulings . Die belastingvoordelen voor multinationals werden door Europa als oneerlijke overheidssteun gezien. Van Overtveldt verzet zich daar met hand en tand tegen, en wil de bedragen niet terugvorderen van de bedrijven: dat zou woordbreuk betekenen. Maar het afschaffen van de notionele-interestaftrek betekent geen woordbreuk? Heel wat bedrijven hebben hier hun hoofdkantoor gevestigd vanwege die aftrek.

We staan trouwens in een zwakke positie om te onderhandelen over de excess profit rulings, want die belastingregeling is nooit goedgekeurd door Europa. De notionele-interestaftrek is dat wel. Europa vond dat om verschillende redenen een goed idee. Ik was vorige week op een colloquium in het Europees Parlement, en ik heb het nog eens aan de eurocommissarissen die daar waren gevraagd. Zij hebben geen enkel probleem met de notionele-interestaftrek. Alleen de misbruiken moeten eruit.

Uw partij deed tijdens de regeringsonderhandelingen een soortgelijk voorstel om de vennootschapsbelasting te vereenvoudigen.

VAN ROMPUY: Koen Geens heeft dat toen op tafel gelegd. Het was een voorstel in de context van de meerjarenbegroting, helemaal doorgerekend, maar het is snel weer verdwenen. Ik heb daarentegen de eerste cent nog niet gezien waar Van Overtveldt zijn voorstel mee wil financieren.

Is er dan geen consensus dat de notionele-interestaftrek niet goed werkt? Multinationals doen er hun voordeel mee, kmo’s kunnen er amper van profiteren.

VAN ROMPUY: Ik betwist dat. Twintig procent van de notionele-interestaftrek, zo’n 500 miljoen euro, gaat naar de kmo’s. Ik vraag me trouwens af of de N-VA alle aftrekposten wil afschaffen. Wat met de investeringsaftrek voor kmo’s van 500 miljoen euro? En zal de N-VA de voordelen voor bedrijfswagens ook schrappen? Ik dacht dat Ben Weyts (N-VA) die voordelen onlangs heeft verdedigd?

Het voorstel van Van Overtveldt is gewoon niet betaalbaar. Mag dat nog gezegd worden? In het duurste scenario kost zijn verlaging 3,5 miljard euro. Dat geld hebben we niet.

Waarom stelt hij het dan voor?

VAN ROMPUY: Dat moet u aan hem vragen. Als hij de hervorming echt wil realiseren, lanceert hij zoiets niet op een zaterdagochtend in een weekendinterview zonder zijn coalitiepartners vooraf te raadplegen. Hij wil gewoon de perceptie creëren dat de N-VA er voor de kmo’s is en de CD&V niets doet. En dat lukt hem nog ook. (stilte) Misschien zijn wij veel te ernstig bezig. Wij proberen hervormingen uit te werken die duurzaam zijn en rekening houden met het verleden en de internationale context. Wij schrijven geen artikels voor Trends , hè.

U vindt Van Overtveldt niet ernstig?

VAN ROMPUY: Van Overtveldt is niet ernstig bezig, nee. Dat zeg ik niet alleen, ik word daarin gesteund door mijn voorzitter. De interviews die Wouter Beke onlangs heeft gegeven, had ik zo op mijn blog kunnen overnemen. En ook de Nationale Bank is het in haar jaarverslag met ons eens. Zelden was ze zo scherp voor het fiscale en het begrotingsbeleid van een regering. Dat is de schuld van Van Overtveldt.

Moet de minister van Financiën volgens u opstappen?

VAN ROMPUY: Dat zeg ik niet. En wat hij doet, is ook niet onherroepelijk. Ik stel alleen vast dat er de afgelopen maanden geen ernstig werk is geleverd, en dat er vooral voorstelletjes zijn gelanceerd. Dat kan natuurlijk veranderen.

U maakte zich vorig jaar sterk voor een nieuwe belasting op vermogenswinsten. Is het denkbaar dat die belasting weer op tafel komt?

VAN ROMPUY: Nee. In de pers beweert men nu dat de CD&V eventueel wel een dealtje wil sluiten over de vennootschapsbelasting, een vermogenswinstbelasting en Arco. Dat is onzin. Over Arco en de verliezen in het Dexia-dossier werden afspraken gemaakt waarvan ik hoop dat ze worden uitgevoerd. De discussie over de vermogenswinstbelasting is afgesloten. Onze partij heeft ingestemd met het akkoord over de taxshift, en die belasting zat daar niet in. Dat was een hele ontgoocheling voor mij. Ik heb zelfs een tijdje geen blogs meer geschreven, maar ik heb de draad weer opgenomen. Ik heb binnen de CD&V wel een werkgroep voorgezeten over de taxshift en over fiscaliteit. We hebben daar een voorstel uitgewerkt voor een vermogenswinstbelasting, maar we zijn er niet mee naar de media gestapt. Het is daar het moment niet voor. We zullen zien wat er later mee gebeurt. De verkiezingen van 2019 zijn nog veraf.

Uw partijgenoot Hendrik Bogaert had kritiek op het voorstel: het zou in de eerste plaats de middenklasse treffen.

VAN ROMPUY: Bogaert is anderhalf jaar weggebleven uit het parlement omdat hij geen plaatsje had gekregen in de regering. Nu is hij terug en hij schrijft blogs. Als ik zijn commentaar lees, heeft hij ons voorstel niet bekeken. Hij was er ook niet bij toen daarover werd vergaderd.

Hoe gaat het eigenlijk met de CD&V?

VAN ROMPUY: Onze twee ministers in de regering, Kris Peeters en Koen Geens, doen goed werk. Daar valt niets op aan te merken. Maar onze partij heeft het lastig met de manier waarop de N-VA aan politiek doet. Kijk naar de oekazes die Bart De Wever vanuit Antwerpen lanceert zonder zelf enige verantwoordelijkheid op te nemen. Dan gaat het niet alleen over zijn sociaaleconomische ideetjes, maar ook over zijn positie in het vluchtelingendebat. Hij staat voor alles waar de CD&V niet voor staat. Wij zitten helemaal op de lijn van de Duitse bondskanselier Angela Merkel: ‘Wir schaffen das. ’ We moeten naar humane en praktische oplossingen zoeken. Maar De Wever en Sander Loones pleiten voor push-backs en aanpassingen in de sociale zekerheid. Oké, op het terrein doen de N-VA-ministers Jan Jambon en Theo Francken goed werk. Maar de N-VA dringt ons met haar uithalen in een linkse hoek waar wij niet thuishoren. Wij zijn een centrumpartij. We proberen onze grondhouding te bewaren te midden van het populisme.

Wij vragen hoe het met de CD&V gaat, en u begint meteen over de N-VA. Is dat het probleem van uw partij?

VAN ROMPUY: De N-VA is de enige partij waar we problemen mee hebben. We zitten ook met de Open VLD in de regering, en daar verloopt alles goed mee. Wij kunnen ons ook helemaal terugvinden in het regeerakkoord. Maar de N-VA wil ons van de kaart vegen. Daarom polariseert die partij zo graag. Gelukkig zijn wij strijdbaar. Wouter Beke bijt van zich af.

Electoraal doet de CD&V het niet zo goed.

VAN ROMPUY: Dat is waar. De uitslag van de vorige verkiezingen was niet goed, ook al wonnen we er een zetel bij. Zowel van links als van rechts krijgen we nu kritiek: mensen waarderen ons werk niet meer. Kijk, een centrumpartij levert het best de premier. Die verwoordt het evenwicht en symboliseert de coalitie. Nu hebben we maar twee ministers, terwijl een premier alle bevoegdheden dekt. Dat maakt het veel moeilijker voor onze partij dan vroeger.

Was het verstandig om het premierschap van Kris Peeters te laten schieten voor het Europese commissariaat van Marianne Thyssen?

VAN ROMPUY: Ik heb niet deelgenomen aan de discussies daarover. Daar wil ik niets over kwijt. Er zijn dingen waar je niet mee in de krant moet komen. Dat heb ik van mijn broer geleerd.

Heeft uw broer u niet geleerd om vrank en vrij uw mening te geven? Be free , toch?

VAN ROMPUY: Be free , ja. Maar niet op alle momenten. U moet de Van Rompuys niet leren wanneer ze zich vrij moeten gedragen en wanneer niet. (lacht)

De N-VA laat zich sinds kort weer horen over communautaire dossiers, maar sinds de zesde staatshervorming horen we u daar niet meer over. Wilt u daar ook niets over kwijt, of bent u voldaan?

VAN ROMPUY: (triomfantelijk) Ik heb mijn levensdoel bereikt: Brussel-Halle-Vilvoorde is gesplitst. Er is geen enkele Franstalige meer verkozen voor de Kamer in Vlaams-Brabant. Ten tweede beantwoordt de zesde staatshervorming aan de resoluties die in 1999 door het Vlaams Parlement zijn goedgekeurd, en waaraan ik heb meegeschreven. De N-VA wil trouwens geen zevende staatshervorming. Ze wil de sociale zekerheid splitsen, de schulden splitsen en het federale niveau met dotaties financieren. Dan bestaat de Belgische staat niet meer. Dat is gewoon separatisme. Zég dat dan ook.

Moet er voor u nog een zevende staatshervorming komen?

VAN ROMPUY: Ik ben er geen vragende partij voor. Er is meer dan genoeg autonomie. Toen ik in 1985 in het parlement begon, kon Vlaanderen beschikken over 2,5 miljard euro eigen middelen. Nu is dat 40 miljard. Zo’n autonomie vind je nergens anders in Europa. Laten we die al eens nuttig gebruiken. Maar ik lees in de kranten over de Turteltaks, en ik hoor dat Ben Weyts moet reageren op de kritiek dat het onderhoud van onze bruggen en wegen rampzalig is. Blijkbaar doen we alles wat we zelf doen níét per se beter. Misschien moeten we dat eerst al eens proberen.

Is dit uw laatste termijn in het parlement?

VAN ROMPUY: Ja. In 2019 zal ik 70 jaar zijn. In 2018 zal ik wellicht 40 jaar na mijn eerste interview ook mijn laatste interview aan Knack geven. Ik heb niet de ambitie om een nieuwe Herman De Croo te worden. Ik ben best tevreden met wat ik heb bereikt. Tot de absolute top heb ik nooit behoord, maar ik heb altijd invloed kunnen uitoefenen. Dat probeer ik ook nu nog altijd te doen, en dat is niet altijd even makkelijk: de rol van het parlement is danig verzwakt. Er zijn vandaag te weinig parlementsleden die nog hun gedacht zeggen. En als ze hun mond opentrekken, doen ze dat liever in Villa Politica of De Zevende Dag dan tijdens het debat met de minister in de commissies. Maar de meeste parlementsleden zitten hier niet lang genoeg om ervaring en gezag op te bouwen. Daar ben ik wel in geslaagd. Als Patrick Dewael (Open VLD) of ik de aanval inzetten, spitst iedereen de oren. Dat geeft zelfs Van Overtveldt toe.

Was u niet liever langer minister geweest? In De wissel van de macht , het nieuwe boek van VRT-journalist Marc Van de Looverbosch, was uw broer Herman hard voor ex-CD&V-voorzitter Yves Leterme: die gunde u in 2004 geen ministerspost.

VAN ROMPUY: Dat was ook not done . Ik had vijf jaar lang oppositie gevoerd in het Vlaams Parlement. De omstandigheden waren toen heel moeilijk. De pers verklaarde ons toen dood. Ik voerde een sterke verkiezingscampagne, en daarna koos Leterme doodleuk voor twee mensen die niet eens uit de fractie kwamen: Kris Peeters en Inge Vervotte. Hij heeft mij koudweg laten vallen. Hij moest aan de toekomst denken, zei hij. Ik was toen 54 en ik had blijkbaar geen toekomst meer. We zijn ondertussen twaalf jaar verder, en ik zit hier nog altijd.

Waar zou Yves Leterme vandaag zijn?

VAN ROMPUY: Dat moet u niet aan mij vragen. Ik heb al jaren geen contact meer met hem gehad.

 

 

DOOR EWALD PIRONET EN PETER CASTEELS
Copyright © 2015 Roularta Media Group. Alle rechten voorbehouden