Noël

Vandaag staat in de kranten het doodsbericht van gewezen beroepsrenner Noël De Pauw. Waarschijnlijk zegt deze naam u niets. Hij won 50 jaar terug in het voorjaar van 1965 in dezelfde maand de Omloop Het Volk ( nu Omloop Het Nieuwsblad) en Gent-Wevelgem. Hij was hiermee de revelatie van het voorjaar in het nationale wielrennen.
Noël De Pauw was een dorpsgenoot van ons. Hij woonde in Sint-Stevens-Woluwe ( nu deelgemeente van Zaventem) en onze familie heeft heel zijn loopbaan intens meebeleefd. Hij verloor vroeg zijn vader en woonde met zijn 4  broers en zuster bij zijn moeder. Hij was beenhouwersgast en begon te koersen bij de onderbeginnelingen waar hij naar het schijnt “wereldkampioen” was geworden! Hij was vlug een vedette bij de liefhebbers. De Pauw won in 1962-1963 30 koersen bij de liefhebbers en werd geselecteerd voor de nationale ploeg voor de wereldkampioenschappen in Salo (1962) en Ronse ( 1963). Het was een sterke generatie liefhebbers met o.m. Jos Huysmans, Ward Sels, Julien Stevens, Georges Vandenberghe, Herman Van Springel , Jos Spruyt en Willy Monty.

Heel ons dorp ( 3000 inwoners) was in de ban van het wielrennen en tijdens de weekends was er een ware volksverhuizing vanuit Sint-Stevens-Woluwe naar de koersen waar Noël aan de start kwam. Mijn vader Vic Van Rompuy was één van zijn trouwste supporters en in de zomermaanden trok hij met zijn gezin naar de wedstrijden en riepen we bij elke doortocht: “Noël, Noël!!!”. Het waren de jaren zestig toen elk dorp nog zijn kermiskoers had en elke wedstrijd zorgde voor een ware volkstoeloop.

Het warme en gezellige Vlaanderen dat nu helaas niet meer bestaat. Wielrennen was een deel van de volkscultuur en een bindmiddel tussen de mensen in onze dorpen. Het rijke Vlaamse wielerleven van Karel Van Wijnendaele.

Noël werd beroepsrenner in 1965 en werd opgenomen in de ploeg SOLO SUPERIA, de fameuze Rode Garde van Rik Van Looy. Noël mocht mee met Rik Van Looy, Ward Sels, Jef Planckaert, Edgard Sorgeloos naar het Gardemeer om te trainen voor het nieuwe seizoen. Hij kwam in maart terug in bloedvorm en won totaal onverwacht de openingsklassieker de Omloop het Volk. Enkele weken later herhaalde hij zijn stunt door een overwinning in Gent-Wevelgem. De Pauw was de revelatie van het voorjaar 1965 en beschouwd als één van de coming men van het wielrennen.

Met de Rode Garde van Rik Van Looy reed De Pauw tweemaal de Ronde van Frankrijk maar kon zijn stunts van 1965 niet meer herhalen. Bij het verdwijnen van de ploeg SOLO stapte hij over naar de ploeg van poeders MANN waar ook zijn generatiegenoten Herman Van Springel en Jos Huysmans actief waren. Na een valpartij in Parijs-Nice werd het een goed seizoen met ritwinst in de Ronde van België en de Vierdaagse van Duinkerken. Ook behaalde hij ereplaatsen in de Waalse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik en Parijs Tours.

In 1968 vroeg manager Jean Van Buggenhout hem om te komen rijden in de nieuwe FAEMA-ploeg rond Eddy Merckx. De Pauw kende goed Eddy Merckx. Ze hadden nog samen gereden bij de liefhebbers en de jonge Merckx maakte in 1965 ook deel uit van de ploeg Solo Superia. Merckx woonde toen in de naburige gemeente Sint-Pieters-Woluwe en ze gingen regelmatig op training vertrekkend vanuit Sint-Stevens-Woluwe.

FAEMA was een formidabele ploeg  rond Eddy Merckx met tophelpers als Jos Huysmans, Vic Van Schil, Martin Vanden Bossche en Jos Spruyt. Na een goede start van het seizoen in Parijs-Nice en Parijs-Roubaix werd hij plots niet meer geselecteerd voor de Ronde van Italië. De rest van het seizoen moest hij zich beperken tot kermiskoersen. Wat er toen gebeurd is in de ploeg Faema en met Noël hebben we nooit geweten. Op het einde van het seizoen werd zijn contract niet verlengd en stapte hij  gedwongen over naar FLANDRIA. Dat seizoen werd een totale afkapper, kreeg knieproblemen en stopte hij in 1970 met wielrennen. Hij was toen amper 28 jaar.

In totaal haalde De Pauw 20 overwinningen bij de beroepsrenners met de eenzame pieken Omloop Het Volk en Gent-Wevelgem in 1965.

Naar verluidt verzorgde Noël zich onvoldoende en liet vaak na te trainen. Jonge renners in de grote ploegen werden in die tijd vaak aan hun lot overgelaten en er bestond veel onduidelijkheid over de medische begeleiding.

Noël De Pauw stapte ontgoocheld uit het wielrennen en zette daarna nooit geen stap meer in het rennersmilieu. Toen ik er later met hem over wilde praten veranderde hij onmiddellijk van onderwerp.

Er zat veel meer in zijn carrière. Hij had zeker het talent van Jos Huysmans, Vic Van Schil en Jos Spruyt. Hij had bij de topgeneratie “mannen van Eddy Merckx”  (prachtig beschreven in het boek van Johny Van Sevenant) kunnen behoren en meehelpen aan de triomfen van Eddy in de Tour de France en de klassiekers. Wellicht had hij niet het karakter om zich in dit keiharde en heel competitieve wielermilieu te handhaven. Jaren later toen ik aan Lomme Driessens bij de start van de Brabantse Pijl in Zaventem vroeg naar de capaciteiten van Noël zei hij: “ ne hele goeie jonge courreur moe gie caractère”.

Een grote belofte die het niet heeft kunnen waarmaken. Het gebeurt veel in de sport. En je bent dan vlug vergeten. Die jonge sportmannen houden er evenwel vaak een bittere smaak van over. De supporters vallen weg en ze moeten dan, nog geen dertig, aan een nieuw leven in volle anonimiteit beginnen.

Zaterdag wordt Noël De Pauw begraven  exact 50 jaar na Gent-Wevelgen. Hij werd 72 en zal rusten op het kerkhof van Sint-Stevens-Woluwe in de buurt van het graf van mijn moeder en vader, één van zijn trouwste supporters ook als het minder goed ging. Noël was op de begrafenis van mijn vader ; ik zal er ook zijn met in gedachte die mooie herinneringen aan onze jeugdjaren.